Op 4 mei sprak de burgemeester Marleen Sanderse de volgende woorden.
Toespraak in de Grote of Andreaskerk: 80 jaar vrijheid
Morgen vieren we dat we in Nederland al 80 jaar in vrijheid leven. Dat is een mensenleven lang. Morgen zijn we blij en uitbundig. Vandaag past een serieuze toon. Want vrijheid is niet gratis, vrijheid kost heel veel. Soms hele forse investeringen maar ook altijdpermanente inspanningen.
Die forse investeringen slaan bijvoorbeeld terug op de offers die er zijn gebracht door Nederlanders maar ook door buitenlandse, geallieerde soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dankzij die offers leven wij in Nederland nu in vrijheid. Al 80 jaar.
Ook na de Tweede Wereldoorlog zijn er wereldwijd forse investeringen gedaan door landen en door mensen om vrede te bewerkstelligen of te bewaren. Bij investeringen denken we aan geld. Mensenlevens zijn natuurlijk niet in geld uit te drukken. Het leven in vrijheid overigens ook niet.
Maar met af en toe een forse investering redden we het niet. Vergelijk vrijheid met een huis, een huis waarin je prettig leeft.
Het bouwen van dat huis kostte veel werk en geld. Nu woon je er lekker en geniet je ervan. In het huis onderhouden heb je nog geen zin, dat kost weer werk en geld. Het verstoort het onbekommerd genieten. Maar onderhoud je het huis niet, dan ontdek je vroeger of later dat het dak begint te lekken of dat de deuren niet meer sluiten. Op dat moment wordt het onbekommerd genieten ruw verstoord.
Wij genieten nu al 80 jaar van onze vrijheid. In het algemeen redelijk onbekommerd. Maar we merken ook dat het buiten steeds meer begint te stormen. We beginnen ons steeds meer zorgen te maken of ons dak nog wel goed is, of het niet gaat lekken.
Hoe zit het met onze vrijheid? De investeringen in het bewaken van onze vrijheid nemen in snel tempo toe.
Ook in Hattem investeren we blijvend in onze vrijheid. Niet door miljarden uit te geven aan wapentuig, maar door veel aandacht te hebben voor geschiedenis en waarden en normen. Het zijn immers geen wapens die oorlogen beginnen. Het zijn mensen die dat doen. Mensen die andere waarden hanteren dan die onze vrijheid waarborgen. Blijvend investeren in het denken over waarden is een effectieve vorm van onderhoud.
Een voorbeeld van onze investeringen in Hattem zijn de gesprekken die ik jaarlijks voer met de leerlingen van groep 8 van alle Hattemse basisscholen. Ik vraag dan altijd wat vrijheid voor de kinderen betekent. In de kern komt het antwoord er telkens op neer dat je mag zijn wie je bent. Daarbij hoort dat je eruit mag zien hoe je wilt en dat je mag zeggen wat je wilt. Zonder bang te zijn.
We bespreken ook dat daar wederkerigheid in zit. Dat als jij vrijheid wilt, je vrijheid ook aan een ander gunt. Dat jij mag zijn wie je wilt,maar de ander dus ook.
In Nederland kan dit. Nog wel. En ik hoop nog heel lang. Zeker ben ik daar echter niet meer van. Waarden van mensen lijken heel snel te veranderen.
Tachtig jaar geleden waren het de Amerikanen die een grote rol hadden in onze bevrijding. Daar lijken we nu niet op te hoeven rekenen. In datzelfde land kun je nu niet meer zijn wie je wilt, eruit zien zoals je wilt, zeggen wat je wilt. Niet meer zonder bang te zijn.
Op de scholen praten we ook over democratie en dictatuur. De Duitse overheerser voerde een dictatuur. De kinderen weten goed te vertellen dat die dictatuur is ontstaan vanuit een democratie. Dit gebeurde stap voor stap. In het begin ging dat op een vreedzame manier, zonder geweld. Dat geweld kwam pas later, als instrument om meer macht te krijgen en die macht te behouden.
Vrijheid was er niet. Je kon niet zijn wie je wilt, zeggen wat je wilt, eruit zien hoe je wilt.
Het besef dat leven in een vrije democratie niet vanzelfsprekend is, dat een democratie alleen kan blijven bestaan als er voortdurend onderhoud wordt gepleegd, dat besef is een essentiële eerste stap om onze vrijheid te behouden.
Het leren van de geschiedenis en het toepassen van de kennis die de geschiedenis ons brengt, behoedt ons voor het maken van fouten in de toekomst. Onze vrijheid duurt inmiddels een mensenleven lang.
Met het verdwijnen van een generatie mogen de geleerde lessen niet verloren gaan. Daarom voeren we met elkaar jaarlijks weer het gesprek. Met volwassen en met kinderen. Daar kan geen aandacht genoeg voor zijn.
Laten we continu blijven werken aan het plegen van onderhoud aan onze democratische waarden en vrijheid, opdat forse investeringen zoals 80 jaar geleden voor altijd uit kunnen blijven. Tachtig jaar geleden waren het soldaten die de ultieme prijs wilden betalen voor onze vrijheid. Laat de groep 8-ers uit Hattem niet voor de keuze komen te staan ditzelfde te moeten doen, voor de vrijheid van wie dan ook ter wereld.
Toespraak op de Markt
Dames, heren, jongens en meisjes,
Vanavond komen we samen om te herdenken. Om stil te staan bij de mensen die in oorlogstijd hun leven gaven voor onze vrijheid. Dodenherdenking is een moment van reflectie. Van bezinning.
Een moment waarop we ons opnieuw realiseren hoe kwetsbaar vrijheid is, en hoe kostbaar.
Dat we hier in vrijheid samen mogen herdenken, is bijzonder. Want vrijheid is geen vanzelfsprekendheid. Niet toen. Niet nu. Niet ergens ver weg – en soms zelfs niet dichtbij.
Daarom is het zo belangrijk dat we blijven herdenken. Blijven vertellen. Dat we blijven kiezen voor vrede, voor verdraagzaamheid, voor gerechtigheid – elke dag opnieuw.
Vannacht zal een groep Hattemers in Wageningen het bevrijdingsvuur ophalen. Met hun terugkeer morgenochtend, rond 10 uur, begint het vieren van onze vrijheid. Maar dat vieren krijgt pas echt betekenis, als we eerst blijven herinneren.
Na de prachtige gedichten van Amaya en Philip wil ik deze herdenking afsluiten met woorden van iemand die met zijn poëzie zo vaak troost bood én hoop gaf: Huub Oosterhuis.
Ik lees een fragment uit zijn gedicht Echte Wereld, dat naadloos aansluit op wat ik eerder vanavond in de kerk deelde: Dat we ons telkens opnieuw moeten inspannen voor vrede. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor de generaties na ons.
Dit gedicht gaat over hoop. De hoop dat vrede – ondanks alles – blijft bestaan.
Sinds onheuglijke tijden
staat de hoop geschreven
dat ooit grote woorden als
‘verzoening – mensenrecht – vrede’
tot een nieuwe wereld worden
eindelijk de echte.
In naam van hen
die vóór ons waren
en omwille van
wie na ons komen
blijf die grote woorden dromen
laat de hoop niet varen