
Je pensioen lijkt misschien nog iets van de verre toekomst, maar geloof me: de tijd vliegt. En niets is zo vervelend als ontdekken dat je straks met minder inkomen moet rondkomen dan je eigenlijk nodig hebt. Een goed pensioen komt niet vanzelf, het vraagt om voorbereiding. Maar waar begin je? In dit artikel lees je stap voor stap wat je moet regelen om later financieel zorgeloos te genieten.
De drie pijlers van je pensioen
Om te begrijpen wat je moet regelen, is het handig om te weten hoe het Nederlandse pensioensysteem in elkaar zit. Het bestaat uit drie pijlers:
- De AOW – Dit is je basisinkomen vanuit de overheid. Zodra je de AOW-leeftijd bereikt, ontvang je automatisch deze uitkering. Hoeveel dat is, hangt af van je leefsituatie (alleenstaand of samenwonend). De AOW is mooi meegenomen, maar meestal niet genoeg om je gewenste levensstijl te behouden. Bekijk de 2026 bedragen op de website van AOW.nu.
- Pensioen via je werkgever – Als je in loondienst werkt, bouw je vaak pensioen op via je werkgever. Zowel jij als je werkgever leggen maandelijks geld in bij een pensioenfonds. Hoeveel je opbouwt, hangt af van je salaris en het type regeling.
- Eigen aanvullingen – Dit is de pijler waar je zelf invloed op hebt. Denk aan sparen, beleggen of een lijfrenteverzekering. Hiermee kun je zelf extra vermogen opbouwen om straks meer financiële ruimte te hebben.
Stap 1: Krijg inzicht in je situatie
Voor je iets kunt regelen, moet je eerst weten waar je staat. Gelukkig is er een handig hulpmiddel: mijnpensioenoverzicht.nl. Daar log je in met je DigiD en zie je precies wat je later kunt verwachten aan AOW en aanvullend pensioen via je werkgever(s).
Schrik niet als het bedrag lager uitvalt dan je dacht. Veel mensen ontdekken dat hun toekomstige inkomen aanzienlijk lager ligt dan hun huidige salaris. Juist daarom is inzicht de eerste stap.
Stap 2: Bereken wat je nodig hebt
De vraag is niet alleen wat je krijgt, maar ook wat je nodig hebt. Stel jezelf de volgende vragen:
- Hoe wil ik mijn oude dag doorbrengen?
- Wil ik veel reizen of juist rustig genieten in mijn eigen huis?
- Heb ik straks nog een hypotheek of huur die betaald moet worden?
- Welke extra kosten verwacht ik, zoals zorg of hobby’s?
Maak een realistische berekening van je maandelijkse uitgaven. Vergelijk dit met je verwachte pensioeninkomen. Zie je een gat? Dan weet je hoeveel je zelf moet aanvullen.
Stap 3: Vul je pensioen aan
Er zijn verschillende manieren om je pensioen aan te vullen:
Sparen
Sparen is veilig, maar levert door de lage rente vaak weinig op. Toch kan het handig zijn om een buffer te hebben voor onvoorziene uitgaven.
Beleggen
Op de lange termijn kan beleggen een hoger rendement opleveren. Natuurlijk zijn er risico’s, maar doordat je vaak tientallen jaren de tijd hebt, kunnen schommelingen zich weer uitvlakken. Je kunt dit zelf doen of via een pensioenbeleggingsrekening.
Lijfrente
Met een lijfrente zet je geld apart dat pas vrijkomt als je met pensioen gaat. Het voordeel is dat je vaak belastingvoordeel krijgt: de inleg mag je (onder voorwaarden) aftrekken van je inkomen.
Aflossen van schulden
Heb je nog een hypotheek of andere schulden? Dan kan het slim zijn om die af te lossen. Zo verlaag je je vaste lasten en heb je straks minder inkomen nodig.
Stap 4: Denk aan flexibiliteit
Je pensioen is niet in beton gegoten. Je kunt vaak keuzes maken, zoals:
- Eerder stoppen met werken – Dat klinkt aantrekkelijk, maar bedenk dat je dan zelf de periode tot de AOW-leeftijd moet overbruggen.
- Deeltijdpensioen – Je kunt ook geleidelijk minder gaan werken en een deel van je pensioen alvast opnemen.
- Pensioen uitruilen – Sommige fondsen bieden de mogelijkheid om partnerpensioen om te zetten naar een hoger ouderdomspensioen of andersom.
Het is slim om je keuzes goed door te rekenen. Vaak kun je met een financieel adviseur kijken wat voor jou de beste optie is.
Stap 5: Houd rekening met belastingen en inflatie
Veel mensen vergeten dat pensioeninkomen belast wordt. Je betaalt weliswaar minder belasting zodra je de AOW-leeftijd bereikt (omdat je geen AOW-premie meer afdraagt), maar er gaat alsnog een deel af.
Daarnaast speelt inflatie een grote rol. Wat je nu nodig hebt om rond te komen, is over 20 of 30 jaar waarschijnlijk niet genoeg meer. Bouw dus een buffer in.
Stap 6: Blijf je pensioen volgen
Je pensioen is geen eenmalige checklist die je afvinkt. Het is slim om regelmatig te kijken hoe je ervoor staat. Check eens in de paar jaar je pensioenoverzicht, zeker als je van baan verandert of een grote verandering meemaakt zoals samenwonen, scheiden of verhuizen.
Veelgemaakte fouten bij pensioenplanning
- Te laat beginnen – Hoe eerder je begint, hoe kleiner de maandelijkse bedragen die je hoeft te sparen of beleggen.
- Vertrouwen op alleen AOW – Dit is een vangnet, geen luxevoorziening.
- Niet naar kosten kijken – Beleggingsfondsen of verzekeringen hebben kosten die flink kunnen knagen aan je rendement.
- Geen rekening houden met partnerpensioen – Als je partner overlijdt, kan dit grote gevolgen hebben voor jouw inkomen.
Conclusie: regel het nu
Een goed pensioen regel je niet op het laatste moment. Het vraagt om inzicht, planning en actie. Begin daarom vandaag nog: check je pensioenoverzicht, bereken wat je nodig hebt en zet de eerste stap om aan te vullen. Hoe eerder je begint, hoe meer rust je straks hebt.
Een fijne oude dag draait niet alleen om gezondheid, maar ook om financiële zekerheid. En die zekerheid heb je grotendeels zelf in de hand.