Al enkele dagen zijn er grote groepen lepelaars te zien bij de Wiessenbergsche Kolk. Gisteren was er een groep van circa 50 exemplaren. De jongen van dit jaar zijn goed herkenbaar, want zij hebben nog geen gele plek op hun snavel. De jongen bedelen om voedsel bij de oudervogels.
Het verenkleed van de lepelaars is nu helemaal wit en de kuif ontbreekt. In zomerkleed hebben ze een oranjegele borstvlek zoals op de foto.
De lepelaar is een succesverhaal van de vogelbescherming. In 1970 waren er rond de 170 broedparen en nu nu ruim 2.500. Binnenkort vertrekken ze richting de West-Afrikaanse kust om daar te overwinteren en begin februari terug te keren. Tegenwoordig overwinteren er enkele tientallen lepelaars in Nederland.