Nederland zit midden in de tweede coronagolf. Ziekenhuizen hebben zich hier de afgelopen periode zo goed mogelijk op voorbereid. Zo ook Streekziekenhuis Isala in Zwolle, dat als traumacentrum in de regio een belangrijke positie inneemt. Projectleider Hans Sieders beantwoordt de belangrijkste vragen rondom het opschalingsplan van Isala.
Hoe is nu de situatie in Isala?
‘We merken dat het drukker begint te worden. Op de verpleegafdeling Acute opname is nu een cohort ingericht met 24 bedden. Er liggen op het moment 17 corona-patiënten op de verpleegafdeling. Op de IC zijn dat 4 corona-patiënten. Een deel van deze groep patiënten hebben we overgenomen uit andere regio’s uit Nederland. Met het LCPS (landelijk coördinatie centrum patiënten spreiding), is afgesproken dat er een evenredige verdeling moet plaatsvinden binnen de regio’s als patiënten worden overgeplaatst. Zo wordt de reguliere zorg niet te veel belast.’
Waarom is Isala beter voorbereid dan bij de eerste uitbraak?
‘Bij de eerste uitbraak volgden de ontwikkelingen elkaar zo snel op dat er geen tijd was om echt voorbereid te zijn. Ook bij Isala moesten we dikwijls ad-hoc beslissingen nemen. We konden niet terugvallen op een plan dat specifiek op deze situatie was toegespitst. Het was een hectische periode, maar het heeft ons ook veel geleerd. Daarnaast is er nu meer over de ziekte bekend. Al die informatie hebben we gebruikt voor de ontwikkeling van ons opschalingsplan, dat aansluit op het plan van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). Binnen dit netwerk werken de verschillende aanbieders van acute zorg in de regio samen. Isala heeft hier een belangrijke positie in als traumacentrum.’
‘Het crisisteam kan deze keer leunen op een plan dat in fases beschrijft wat er moet gebeuren. Zie het als een leidraad die structuur geeft aan de opschaling van de zorg voor corona-patiënten en de eventuele gedeeltelijke afschaling van de reguliere zorg. Bovendien geeft het inzicht in alles wat nodig is om dit mogelijk te maken, zoals benodigde mensen, trainingen, materialen en middelen. Ook is voor de verschillende afdelingen in het ziekenhuis snel duidelijk wat er van hen wordt verwacht en wat dat betekent voor hun werk.’
Hoe ziet het plan er in hoofdlijnen uit?
‘Het plan bestaat uit zeven fases, waarbij er in de eerste fase niets aan de hand is en er bij fase zeven sprake is van een uiterste noodsituatie. Daar tussenin zitten verschillende fases. Op basis van actuele cijfers kunnen we opschalen naar een volgend niveau. Met het snel oplopen van het aantal besmettingen en het aantal opnames in de ziekenhuizen, is het risico aanwezig dat de reguliere zorg op korte termijn in het gedrang komt. Het plan moet ervoor zorgen dat we de IC-capaciteit en de capaciteit in de rest van het ziekenhuis te allen tijde kunnen waarborgen en we zo lang mogelijk reguliere zorg kunnen blijven bieden. Wanneer nodig voorziet het plan ook in afbouw van reguliere zorg, zodat we dat zo gericht en efficiënt mogelijk kunnen doen; opnieuw om de gevolgen daarvan voor onze patiënten zo klein mogelijk te houden.’
‘Binnen de verpleegafdeling Acute opname kunnen we in de verschillende fases stapsgewijs de cohortcapaciteit uitbreiden. Afhankelijk van de overige capaciteit, zullen patiënten die normaal op deze afdeling liggen op andere afdelingen worden opgenomen. Wat betreft de IC-afdeling kunnen we uitbreiden met maximaal 22 bedden. Die uitbreiding is aan de orde als we in de laatste fase van het opschalingsplan zijn beland. In dat geval maken we ruimte op de verkoeverafdeling binnen het OK complex. Dit is in de vorige piek ook een goede oplossing gebleken.’
Zijn er genoeg zorgprofessionals, materialen en apparatuur beschikbaar?
‘Ja, die zijn er. Beschermingsmaterialen, monitoren en beademingsmachines hebben we voldoende op voorraad liggen. Wat betreft zorgprofessionals; we hebben onze collega’s van de werkvloer gevraagd wat volgens hen de beste oplossing zou zijn als we weer extra personeel moeten inzetten. Zij gaven aan dat ze vooral veel hebben aan professionals die de werkprocessen van dit ziekenhuis kennen. Dit advies hebben we ter harte genomen. Daarom zetten we eerst zoveel mogelijk verpleegkundigen van onze flexibele schil in op de cohort-afdelingen. Ter voorbereiding op de nieuwe piek hebben we trainingen ontwikkeld voor medewerkers die op het cohort worden ingezet en op de IC. Voor IC-verpleegkundigen is een training opgezet die hen tools geeft om sturing te geven aan niet IC-verpleegkundigen, die hen gaan ondersteunen bij de behandeling van COVID-19-patienten.’
Toch kun je niet tot in details op alles voorbereid zijn
‘Dat klopt. Er zijn factoren die zich niet helemaal laten voorspellen. Denk bijvoorbeeld aan de lengte van de tweede golf en de invloed van het “gewone” griepseizoen, Ook weten we niet hoe de overnames uit andere ziekenhuizen zich gaan ontwikkelen. We blijven de ontwikkelingen van dag tot dag volgen en waar nodig passen we het plan daar op aan.’