“We gaan er vanuit dat we begin mei 2021 het Nederlands Melkmuseum openen. Dan kunnen we de bezoekers verrassen met prachtige presentaties van boeiende thema’s over Nederland als zuivelland”. Dat zegt voorzitter Inez Pijnenburg van de Stichting Erve IJzerman in Wapenveld, die met haar bestuursleden en projectleider Els Thijssen reikhalzend naar dat moment uitziet.
De afgelopen jaren werd de realisering van de droom om in Wapenveld een museum van nationale betekenis te realiseren wel eens op de proef gesteld. Vorig jaar konden de deuren niet open vanwege een restauratie, dit jaar gooide covid-19 roet in het eten. “Vrijwilligers konden niet aan de slag, fysiek vergaderen werd geschrapt en we zijn nu eigenlijk ook door onze financiële buffer heen omdat er dit jaar geen inkomsten zijn. En het ergste van alles was dat ook enkele direct betrokkenen bij Erve IJzerman hard geraakt werden door corona.”, vertelt Pijnenburg.
Wat wél door kon gaan was de inhoudelijke uitwerking van de museale invulling. Daarmee kon in 2019 worden gestart nadat de provincie Gelderland 200.000 euro toekende voor het vervolgtraject.
Blikvangers
“Dat maakt het mogelijk om de basisinrichting van het melkmuseum onder leiding van projectleider Els Thijssen te realiseren. Dat werk heeft door de corona-maatregelen ook wat vertraging opgelopen. Maar inmiddels is met steun van een tiental vrijwilligers en professionele ondersteuning, het inhoudelijke verhaal helemaal uitgewerkt. Nu is vormgever Tekst & Uitleg aan de slag om een achttal museale units te bouwen die straks de blikvangers in het museum zijn en waar de geschiedenis van melk wordt gepresenteerd”, legt voorzitter Pijnenburg uit. Die presentatie vindt plaats in het authentieke decor van de boerderij waar de kringloop van de oorspronkelijke landbouw nog helemaal is af te lezen. Ook is de geschiedenis van de in 1898 gebouwde IJsselhoeve en haar bewoners vastgelegd.
Uitdagingen
Het bestuur ziet zich de komende tijd nog wel voor een aantal uitdagingen geplaatst. “Nodig is dat we geld bijeen brengen om de periode tot de opening te overbruggen. Dat gaat toch al gauw om enkele duizenden euro’s”, zegt Pijnenburg. En de tweede uitdaging is om het vrijwilligerskorps verder uit te breiden nu de opening nabij is. “In 2018 hebben we al een bescheiden begin gehad met openstelling op zaterdag. Nu moeten we werken aan een bredere openstelling en hebben we ook mensen nodig voor nieuwe taken. Denk bijvoorbeeld aan marketing, voor rondleidingen, in de horeca, om educatieve activiteiten en spelletjes voor kinderen te begeleiden”, geeft Pijnenburg een aantal voorbeelden.
Vrijwilligerscoördinator
Om er aan toe te voegen dat men grote behoefte heeft aan een vrijwilligerscoördinator, een man of vrouw die het reilen en zeilen van het museum bewaakt en aanstuurt. “Een functie die een grote betrokkenheid vraagt, maar ook erg leuk is en belangrijk voor het museum”, legt de voorzitter uit, die uitziet naar het moment dat in mei 2021 de deuren open kunnen. “Het zal voor ons echt een feest zijn om na de jarenlange voorbereidingen, de beperkingen van de afgelopen jaren en in het bijzonder de ingrijpende gevolgen van corona in mei de deuren van het Nederlands Melkmuseum echt open te gooien”, kijkt Pijnenburg vol vertrouwen vooruit.
Kijk ook op zuivelmuseum.nl