Er lijkt nog wat muziek te zitten in de financiën van de gemeente Hattem. Althans, alle raadsleden stemden vóór een door PvdA/GroenLinks ingediend amendement op de kadernota dat de muziekverenigingen wat meer financieel perspectief moet geven in de komende jaren. Verder werden de jaarrekening 2024, de voorjaarsnota en de kadernota 2026-2029 vastgesteld door de Hattemse volksvertegenwoordigers.
Muziek levert in
Met een amendent regelt de gemeenteraad een wijziging op een voorstel vanuit het college van Burgemeester en Wethouders. In het geval van de muziekverenigingen gaat het om een wijziging op de kadernota 2026 tot 2029 waarin de contouren van de begrotingen in de komende jaren worden geschetst. Hattem staat voor een grote financiële uitdaging, waar alle geledingen in de maatschappij hun bijdrage aan moeten leveren, zo ook de muziekverenigingen.
Gesprek in 2026
Aan de muziekverenigingen werd in de kadernota een besparing van 30% op de huidige subsidies opgelegd. Het amendement regelt dat in 2026 met vertegenwoordigingen van CMH, Ontwaakt en Ons Genoegen bezien zal worden of die 30% nog steeds een reëel getal is. Bovendien wordt dan ook de subsidieregeling als zodanig opnieuw tegen het licht gehouden. Deze kan bijvoorbeeld afhankelijk worden gemaakt van het aantal leerlingen dat daadwerkelijk muziekonderwijs volgt.
Borst: teveel OZB verhoging
De jaarrekening, voorjaarsnota en kadernota werden met algemene stemmen aangenomen door de gemeenteraad. Alleen kon raadslid André Borst van de gelijknamige eenmansfractie niet voor de kadernota stemmen. Dit vanwege de daarin voorziene OZB verhogingen. Borst in zijn stemverklaring: ‘We kunnen ons niet nu al vastleggen op een OZB verhoging van meer dan 57 procent in de komende jaren. Volgend jaar zal er vast een verhoging nodig zijn, maar voor de daaropvolgende jaren wil ik me daar nog niet op vastleggen, dus ik stem tegen.’
Ambitie
Erik Kleinpenning (VVD) stemde voor de kadernota, maar kreeg de lachers op zijn hand met de opmerking ‘Ik hoop dat dit college de problemen met dezelfde ambitie gaat oplossen als waarmee ze door de voorgaande colleges zijn veroorzaakt.’
