In de brede-commissievergadering van 23 juni keken de raads- en commissieleden naar de financiële middelen van de stad. De jaarrekening 2024, de voorjaarsnota 2025 en de kadernota 2026-2029 lagen op tafel. Tijdens de vergadering passeerden enkele ideeën voor aanpassing van met name de kadernota de revue.
In commissievergaderingen worden de gemeenteraadsvergaderingen voorbereid. De bespreking van afgelopen maandagavond moet leiden tot besluiten in de komende raadsvergadering van 7 juli.
De jaarrekening over 2025 blijkt positief uit te vallen. Maar er was kritiek op de slinkende reserves in de gemeentekas die inmiddels minder dan 4,5 miljoen euro bedragen. Ook waren er enkele vragen over mogelijkheden om te bezuinigen. Punt van zorg bij verschillende commissieleden waren de hoge uitgaven voor jeugdzorg, waar onvoldoende vergoeding door het rijk tegenover staat.
Vooral de bespreking van de kadernota, waarin de begrotingen voor de komende jaren worden voorzien van een kader vanuit de raad, kostte de nodige tijd. Hieronder in het kort de reacties van de verschillende deelnemers aan de bespreking.
André Borst (Fractie Borst): ‘We hebben een groot probleem, verkeren in een diep financieel dal. Die last wentelen we af op de burgers door middel van OZB verhogingen. Beter is het om kritisch te kijken naar bijvoorbeeld het stadhuis en het aantal wethouders en de geplande Integrale Kind Centra (IKC’s.)’
Robert Klaassen (CDA) toonde zich blij met het feit dat er eindelijk een kadernota is. ‘Het CDA kan zich in het grootste deel van de nota vinden. Wel zijn er zorgen over de budgetdiscipline, waardoor budgetten soms worden overschreden. Extra uitgaven zijn alleen verantwoord wanneer ze onvoorzien onvermijdbaar en onuitstelbaar. Vragen had het CDA bij het betrekken van inwoners en organisaties bij de voorgenomen bezuinigingen. Het CDA vindt een digitale vragenlijst niet voldoende. Bezuinigen door efficiënter werken en op beheer openbare ruimte en grote projecten heeft de voorkeur van het CDA, bezuinigen op muziekonderwijs levert slechts ‘peanuts’ op’, aldus Klaassen, ’terwijl datgene wat de kadernota vraagt grote impact heeft op het muziekonderwijs en daarmee de Hattemse samenleving.’
Klaas van Dieren (HattemCentraal) pleitte ook voor heroverweging van grote plannen, met name die waarvoor geen volledige dekking is. IKC 1 en 2 worden wat HattemCentraal betreft uitgesteld en heroverwogen. ‘Samengevat: in de kadernota worden geen echte keuzes gemaakt. Hattem Centraal wil dat de gemeente vooral de samenwerking met Zwolle intensiveert en die op de Noord-Veluwe afbouwt.’ Op de vraag wat dat oplevert, reageerde Van Dieren met de opmerking dat ‘in Zwolle in ieder geval meer deskundigheid aanwezig is.’
Wat de ChristenUnie betreft moeten de bezuinigingen niet ten laste komen van de zwakste schouders. Baten van bijvoorbeeld legesverleningen kun je beter verrekenen met de lasten daarvoor, dan ze toe te kennen aan de reserves, aldus Marinus Kers.
Tonny Keizer (PvdA/GL) wil graag inzicht in de stand van zaken van de reserves in de komende jaren. Het is een belangrijk punt, maar niet terug te zien in de huidige kadernota.
Erik Kleinpenning (VVD) opende met de verklaring dat we vooral onze inwoners in het oog moeten houden, ook bij het bespreken van de cijfers. ‘We moeten groter denken’, aldus het VVD-raadslid dat oppert om daartoe het stadhuis af te stoten. ‘Alleen het monumentale gedeelte zouden we overeind moeten houden voor bijvoorbeeld ontvangsten en ceremoniële activiteiten. Andere onderdelen zouden elders kunnen worden gevestigd in een nieuw te bouwen stadskantoor. Daarmee brengen we de exploitatielasten omlaag, maar ook het ziekteverzuim. Er kan namelijk beter worden voldaan aan Arbo-normen. Van ‘klein bier maatregelen’ zoals bij sport en muziek worden we niet structureel beter. Nu betalen we jaarlijks 2,5 miljoen euro voor onderhoud van ons oude stadhuis.’
Wethouder Tjitske Siderius reageerde in de vergadering op de gemaakte opmerkingen. ‘We staan voor een belangrijk moment. Er is in het verleden niet gespaard voor verbeteringen in de huisvesting van onderwijs en sport. We willen aan de ene kant problemen oplossen en aan de andere kant niet over twintig jaar weer met grote tekorten zitten. Wat nu in de kadernota staat is niet alleen aan ons te wijten. Het rijk vraagt veel van de gemeenten. Bovendien is in de afgelopen jaren niet gereserveerd op de onderdelen als onderhoud. De suggestie om de ontwikkeling van de IKC’s stil te leggen levert kapitaalvernietiging op. Bovendien zijn de schoolgebouwen sterk verouderd. Je schaamt je er voor dat kinderen in deze gebouwen les krijgen. Het traject nu stilleggen zou heel dom zijn.’
Op de suggestie van Erik Kleinpenning (VVD) om het stadhuis niet te verbouwen, maar te verplaatsen, reageert wethouder Koen Castelein met een aantal voorbeelden uit het land waaruit blijkt dat de kosten veel hoger liggen dan door Kleinpenning voorgerekend.
Of de raad genoegen neemt met deze en andere reacties van de wethouders zal blijken in de gemeenteraadsvergadering van 7 juli aanstaande.