Sinds de toewijzing van voorlopige energielabels aan alle Nederlandse woningen in 2015, is nu de helft van deze voorlopige labels omgezet naar een definitief energielabel. De afgelopen zes jaar is het gemiddelde energielabel met één niveau verbeterd, van D naar C. Dit geldt ook voor de woningen in Hattem die daarmee conform het gemiddelde gelabeld zijn. Dit concludeert Vattenfall, na analyse van de energielabels van ruim 4,4 miljoen woningen op basis van data van RVO en EP-online.
Over energielabels
Een definitief energielabel is sinds 2015 verplicht bij het verkopen of verhuren van een huis. Deze labels variëren van A (meest energiezuinig) tot G (minst energiezuinig). Om de doelen van het Klimaatakkoord van 2019 te halen, moeten in 2030 1,5 miljoen woningen verduurzaamd zijn. Daarbij hoort dan ook een verbetering van het energielabel.
Woningen zonder definitief label hebben een voorlopig energielabel gekregen van de overheid. Deze is slechts gebaseerd op standaard kenmerken van een woning als het woonoppervlakte, het bouwjaar, het woningtype en het WoonOnderzoek uit 2006.
Voor een definitief label moet je als woningeigenaar zelf een aanvraag doen. Bij de bepaling wordt door een energieadviseur gekeken naar specifieke woningkenmerken, zoals de beglazing, isolatie, het verwarmen, ventileren en de aanwezigheid van een zonneboiler en/of zonnepanelen.
Van voorlopig naar definitief
Nederlandse woningen kregen gemiddeld het voorlopige label D toegewezen, dat van toepassing bleef tot er op een later moment een definitief energielabel werd aangevraagd door de eigenaar.
Energielabel D wijst op een gemiddeld energieverbruik: met flinke ruimte voor verbetering dus. Woningeigenaren kunnen dit bereiken door onder andere beter te isoleren of door het aanschaffen van dubbelglas.
Inmiddels zijn ruim 4,4 miljoen Nederlandse woningen voorzien van een definitief energielabel. Deze woningen hebben gemiddeld het definitieve energielabel C; niet écht groen, maar ook niet perse energie-onzuinig.
Daarmee valt het gemiddelde definitieve label beter uit dan het eerder ingeschatte voorlopige label. Dit kan komen door een te conservatieve inschatting van het voorlopige energielabel, maar ook doordat woningeigenaren isolerende werkzaamheden hebben uitgevoerd (of hebben laten uitvoeren).