De vraag of je als tennisser direct een goede padelspeler bent, wordt vaak gesteld. Het korte antwoord is: ja, je hebt een voorsprong. Maar het lange antwoord is: de overstap vereist meer dan alleen een goede forehand. Veel tennissers stappen vol zelfvertrouwen de padelkooi in, om vervolgens tegen de glazen wanden aan te lopen. Je hebt de basis al, maar je moet een aantal hardnekkige tennisgewoontes afleren.
De voordelen: Snelheid en timing zijn er al
Laten we de positieve punten eerst benoemen. Als tennisser heb je al een uitstekende hand-oogcoördinatie en een goed gevoel voor timing en snelheid. Je weet hoe je een bal consistent moet raken en waar de bal naartoe moet om de tegenstander in de problemen te brengen. De smash en de volley zijn al onderdeel van je wapenarsenaal. Deze vaardigheden geven je een flinke voorsprong op iemand die nog nooit een racket heeft vastgehouden. Een tennisser is gewend aan snelle reacties op het net en heeft vaak de kracht om een punt direct af te maken. Dit werkt perfect in padel, vooral bij aanvallend spel aan het net. Het is dan ook geen verrassing dat veel voormalig professionele tennissers de overstap maken naar padel. Het is een fijne manier om in beweging te blijven, of om gewoon afwisselen met een potje tennis. Ze hoeven de basis van de slagtechniek niet meer aan te leren.
De valkuilen: De muur is je beste vriend, niet je vijand
De grootste uitdaging voor de tennisser zit in het gebruik van de wanden. In tennis is de muur out. In padel is de muur juist een verlengstuk van het spel. Hier gaat het vaak mis. Een tennisser is getraind om de bal in één keer direct te slaan en zo de tegenstander onder druk te zetten. In padel moet je soms de bal laten gaan, wachten tot hij de achterwand raakt en dán pas terugslaan. Dit vereist geduld en een andere manier van anticiperen. Veel tennissers slaan in het begin te hard en te ver door. De bal komt dan te hoog terug van de achterwand, waardoor de tegenstander eenvoudig kan scoren met een bandeja of vibora. De power die je gewend bent te gebruiken, moet je in padel transformeren naar controle en plaatsing. De racket-face van een padelracket is kleiner en de sweet spot zit anders. Dit vraagt om een kortere en compactere slagbeweging. Lange uithalen uit tennis zijn in de kleine padelkooi vaak onhandig.
De tactische verschuiving
Tennis speel je vaak single. Hoewel padel ook singles kent, is het primair een dubbelspel. Dit vereist een andere tactische instelling. In tennis kun je een tegenstander met brute kracht of een onverwachte dropshot uitschakelen. In padel is de samenwerking met je partner bepalend. Een tennisser is van nature geneigd om het hele veld te beslaan, terwijl je in padel in een vaste formatie speelt: één speler voor het net en één speler achterin. De communicatie over wie welke bal neemt, is van groot belang. Je moet je partner blindelings vertrouwen bij ballen die over het midden komen. Dit is een sociale en tactische vaardigheid die je als tennisser niet standaard bezit. Als je je vaardigheden op de proef wilt stellen, kun je overwegen om je inschrijven voor een padel toernooi. De tennisser start met een motor die al goed loopt. Maar je moet de versnellingsbak en de banden aanpassen aan de padelbaan. Je zult moeten investeren in het afleren van de lange slagen en het omarmen van de wanden. Een tennisser kan goed padellen, maar pas nadat hij de padelkooi heeft geaccepteerd als een uniek speelveld met zijn eigen regels. Padel kan zo zelfs dienen als een extra stimulans om motivatie krijgen om vaker te gaan sporten.
Abonneer op ons kanaal










