Leerlingen van groep 7 en 8 zijn begonnen aan het theoretisch verkeersexamen. Dat is vaak een eerste opstapje naar het rijexamen voor de auto. Om voor het examen te slagen, moet je de verkeersregels kennen. Vereniging Veilig Verkeer Nederland (VVN) merkt echter dat die kennis bij mensen snel wegzakt, zodra ze het rijbewijs hebben gehaald.
“Dat ligt aan twee dingen”, weet Rob Stamphorst van VVN. “Ten eerste de spoedcursussen: je leert heel veel in een korte tijd en dat zakt weer weg. Ten tweede komt dat door de veranderde omstandigheden in het verkeer, zoals de komst van turborotondes.”
Bekijk de video, lees daarna verder.
Voorrangsregels
Zo zijn de voorrangsregels vaak een struikelblok voor automobilisten. “We kennen natuurlijk de groep ‘verkeer’. Daar horen bestuurders én voetgangers bij. Dat weten mensen vaak niet”, merkt Boudewijn. “Er is een regel: rechtdoorgaand verkeer heeft voorrang op afslaand verkeer. Voetgangers denken vaak bij zichzelf: ik heb misschien wel voorrang, maar ik wil langer leven dan vandaag en dus ik laat auto’s voor gaan.”
►Zie ook: Hattemers behalen goede score op voorrangsregels bij VVN-quiz
Rijden met aanhanger
Ook veel technische niet-gebruikte kennis verwatert. Boudewijn: “Iemand die lang niet met een aanhanger heeft gereden, heeft geen idee dat de snelheid is veranderd. Vroeger was het 80 kilometer per uur, nu mag je 90 kilometer per uur rijden. Mensen halen hun kennis niet op, want ze hebben het al eerder gehaald.”
Verplichte opfriscursus?
Volgens Boudewijn zou een opfriscursus voor iedere automobilist een oplossing kunnen zijn, net zoals dat om de vijf jaar voor de rijinstructeurs geldt. “Er is maar een hele enkeling die ik wel eens bij de rijschool krijg die een opfrisles vraagt. Dat zijn vooral heel oudere mensen die dat doen, tussen de zestig en de tachtig jaar.”
VVN biedt in ieder geval op haar website gratis opfriscursussen aan voor de scootmobiel, de fiets en de auto. “We zien dat in de afgelopen vijf jaar 300.000 mensen een cursus hebben gedaan. Ook al ben je 40, 60 of 70 jaar, het is voor iedereen. Uiteindelijk draag je bij aan een veilig verkeer”, aldus Stamphorst.
