De gemeenteraad in Hattem heeft gisteravond raadsbreed een motie vreemd aangenomen tegen het gebruik van kunststof doek in de IJssel ter voorkoming van microplastics in de natuur. Rijkswaterstaat gebruikt langzaam afbreekbaar kunststof doek als oeverbescherming. Het doek is op verschillende rivieroevers, waaronder die van de IJssel terug te vinden.
Plastic afval
Het gaat om het zogeheten geotextiel, een sterk kunststof weefsel. Na de watersnoodramp van 1953 werd een ijzersterk synthetisch nylondoek ontwikkeld om zeedijken en rivieroevers te beschermen tegen uitspoeling door golven en hoogwater. Dat product kreeg de naam Nicolon. Rijkswaterstaat heeft op grote schaal Nicolon-doeken aangebracht op waterweringen en langs oevers van de grote rivieren. Het heeft een levensduur van zo’n vijftig jaar en begint nu ‘op’ te raken. Het doek verpulvert dan tot plastic afval. Rijkswaterstaat doet aan onderhoud van oevers en vervangt op veel plekken verouderd geotextiel door nieuwe bekleding van hetzelfde spul.
De raad wil dat het college samen met andere IJsselgemeenten optrekt richting Rijkswaterstaat en de betrokken Waterschappen en provincies om de zorgen over de vervuiling uit te spreken. Ook wil men dat men dat Rijkswaterstaat onderzoekt hoe milieuschade hersteld en voorkomen kan worden.
Vragen aan de minister
De problematiek is inmiddels ook tot Den Haag doorgedrongen en in januari van dit jaar stelde het CU-kamerlid Carla Dik-Faber hier vragen over aan minister Van Nieuwehuizen. De minister is van mening dat het doek gebruikt kan worden, maak ook dat Rijkswaterstaat het afval moet opruimen.
Dit artikel is geschreven mede o.b.v. informatie van rivierverhalen.nl