Toen kunstenaar Jan Voerman begin twintigste eeuw aan de Geldersedijk kwam wonen, werd hij verliefd op de IJssel, de uiterwaarden en de luchten. Maar na de stormramp van 1925 veranderde zijn werk; de luchten werden donkerder en grauwer.
De ouwe Jan, die werd geboren in Kampen, schilderde landschappen, bloemstillevens, stadsgezichten en portretten. Maar toen hij naar Hattem verhuisde, veranderde er iets bij de schilderijen van Voerman.
Elke week laat Pieter van Eekelen voor het programma ‘UIT met Esther’ van Omroep Gelderland een bijzonder kunstwerk in de provincie zien. Hij legt uit hoe je het beste naar het kunstwerk kunt kijken. Deze week is hij in het Voerman Museum in Hattem.
Pieter: ‘Luchten werden een soort obsessie voor hem. Als hij van huis was en hij wist dat er een weersverandering aankwam, stapte hij zo snel mogelijk weer op de trein om aan de IJssel de luchten, de wolken te zien en vast te leggen in een tekening, aquarel of olieverfschilderij.’
Nog meer verandering door noodweer
Na de stormramp van 1925 veranderde zijn kleurenpalet. Op die augustusdag trok een noodweer over Brabant, Nijmegen, en de Achterhoek. Borculo werd het zwaarst getroffen door een windhoos. In totaal vielen er vier doden en tachtig gewonden.
Pieter: ‘De luchten van Voerman worden haast apocalyptisch. Gedaan met de heldere zachte kleuren. Rood, blauw, geel. Het knalt onheilspellend van het doek af. Twee van dit soort schilderijen hangen ook in Hattem.’
Door Mediapartner Omroep Gelderland