‘Iedere patiënt is voor ons een puzzel’

Iedere patholoog heeft er een op zijn bureau; een microscoop. Pathologen Nils ’t Hart en Evert van den Broek van Streekziekenhuis Isala: ‘Wij kijken ongeveer de helft van onze tijd door de microscoop naar cellen, op zoek naar afwijkingen en patronen. Soms zie je het meteen, sommige vormen van huidkanker zijn bijvoorbeeld vrij duidelijk. Maar het komt ook voor dat wij lang kijken naar een glaasje waar celmateriaal op ligt. Het verveelt nooit, voor ons zijn het levende plaatjes waar je veel informatie uit kunt halen.’

Wanneer een specialist wil weten of zijn patiënt kanker heeft en hij wil informatie over het soort kanker, kan hij een stukje weefsel laten onderzoeken door Pathologie. Dit weefsel wordt in het laboratorium behandeld door laboranten. Zij fixeren het in een blokje paraffine (een soort wax) zodat er kleine plakjes vanaf geschaafd kunnen worden. Die plakjes gaan onder de microscoop voor verder onderzoek. Nils: ‘Wij kijken dus mee met de kliniek, maar ook bij elkaar. Zoals je ziet staan de deuren van onze werkkamers open, zo kunnen wij makkelijk even bij elkaar naar binnenlopen en samen kijken naar een coupe.’

Vlaggetje
Evert: ‘Het gaat erom dat je als patholoog patronen herkent en leert herkennen wat niet normaal is. De basisregel voor een cel is: blijf op je plek. Wanneer je een cel uit een ander orgaan tegenkomt, duidt dit op een tumor. Wanneer ik door mijn microscoop een geleidelijke verandering zie, weet ik dat de kanker waarschijnlijk is ontstaan op de plek waar het weefsel is weggehaald. Maar wat als ik opeens hele andere cellen zie…dan wil ik weten waar die vandaan komen.’ Nils: ‘Je vraagt dan een extra kleuring aan. Dat is een chemisch proces, wat wordt gedaan door onze laboranten. Vergelijk het met een vlaggetje dat aangeeft uit welk gebied het komt. Als ik een stukje weefsel onderzoek uit de longen en ik zie cellen die daar niet horen, dan kan zo’n extra kleuring mij helpen om vast te stellen dat de afwijkende cellen bijvoorbeeld vanuit de prostaat komen.’

Knoop doorhakken
Wanneer Nils en Evert een dag achter de microscoop zitten, zien zij ongeveer veertig patiënten. Nils: ‘Persoonlijk zie ik het meer als casussen. Het is voor mij niet belangrijk dat het meneer Jansen is. Wel kijken wij naar de klinisch informatie. Die informatie is voor ons enorm belangrijk wat het moet passen bij onze uitslag.’ Evert: ‘Iedere casus, oftewel patiënt, is voor ons een puzzel. Je zoekt argumenten om te bewijzen dat het die ene diagnose is. Soms zijn dingen lastig te zien dan vraag je een collega erbij of ik pak een van mijn boeken erbij. Het belang van de patiënt staat altijd voorop. Je wilt zorgen voor een zo nauwkeurig mogelijke uitkomst. Alleen soms weten wij het gewoon niet, dat zeggen wij dan altijd eerlijk.’

Voorlopig zijn de microscopen bij Pathologie nog niet weg te denken. Toch worden al steeds vaker coupes in gescand. Nils: ‘Dat heeft zijn voordelen, ik kan makkelijker iets opmeten en ik kan een collega in Groningen bijvoorbeeld vragen om even mee te kijken.’ Evert geeft toch de voorkeur aan de microscoop. ‘Het kijkt gewoon fijner. Ik mis op mijn computerscherm de scherpte en diepte.’

Laat een reactie achter

Plaats alstublieft uw reactie
Vul je naam in