In de commissievergadering van 25 juni is het raadsvoorstel Chw bestemmingsplan ’t Veen besproken. Het raadsvoorstel is vervolgens teruggeven aan het college (9 juli). Het college heeft de projectorganisatie gevraagd de aandachts-, kritiek- en verbeterpunten die de commissieleden aandroegen te verwerken in een nieuw voorstel met beter onderbouwde stukken en daarbij een procesvoorstel te doen. De projectorganisatie is samen met Buro SRO aan de slag gegaan met het opnieuw onderbouwen van het Chw bestemmingsplan ‘t Veen. In het plan gaan verschillende onderdelen veranderen, onder andere dat er gefaseerd gebouwd gaat worden.
Tijdens de beeldvormende commissievergadering (of noem het een informatiebijeenkomst, zoals André Borst, fractievoorzitter Fractie Borst voorstelde, omdat dat beter past bij de procedure die men sinds kort hanteert) konden vragen gesteld worden.
Om 23.00 uur sloot de voorzitter de vergadering met het verzoek aan de agendacommissie om te bespreken of er een vervolg komt op dit overleg, omdat niet alle vragen beantwoord konden worden.
Het is de planning dat op 15 december het bestemmingsplan wordt vastgesteld.
De presentatie van de projectorganisatie met het Buro SRO begon met het uitspreken van de intentie, dat er een duurzame woonwijk wordt gebouwd waarbij het zoeken is naar een balans tussen haalbaar en betaalbaar, tussen duurzaam en groene ontwikkeling. Daarnaast zal het plan makkelijker te lezen zijn waardoor het toegankelijker wordt en beter te toetsen.
Bijstellen ambitie
Men werkt nog steeds aan een gemengd woongebied. Het juiste woonproduct voor de juiste groep. ‘Alleen grondgebonden woningen voldoen niet aan de verschillende woonwensen en daarom stimuleert de projectorganisatie andere bouwvormen voor andere woonbehoeften.’
Er is een keerzijde. De ambities zijn te groot voor het plan. Wil men de woningen en de voorzieningen in een keer maken, dan is er onvoldoende stikstofruimte op basis van de geldende regelgeving. De gemeente wil de basis overeind houden. Er is een woonvraag, er is een wens voor een samenhangende wijk en er is de ambitie van kwaliteit. Dat vraagt keuzes. Er zijn verschillende knoppen waaraan gedraaid kunnen worden om de ambitie overeind te houden. Het college heeft een sterke voorkeur voor de knop Faseren. Sommige plannen worden daarmee uitgesteld. Daarmee heeft de projectorganisatie een weg gevonden dat het planologisch klopt en qua stikstof valt het binnen de marges. Als deze fasering wordt toegepast kan de gemengde woonwijk ontstaan.
In fase een zijn opgenomen HattemLeeuw, Brimos en enkele andere ontwikkelvelden, samen met de verkabeling en de aanleg van de GW Barendsenweg.
De conclusie van deze keuze is, dat er op voorhand geen aanleiding is te zeggen dat het plan niet uitvoerbaar is. Omdat niet alles tegelijkertijd komt, levert dat een hoge depositie op, aldus de projectorganisatie.
De presentatie leverde veel vragen op die gingen over hoe groot het plangebied is en hoe groot het mag zijn volgens de MER? Hoe onzeker is plan twee geworden als plan een start, wat zijn de consequenties? Ook voor de duur van de bouw? Komen de subsidies niet in gevaar nu het totaal langer dan tien jaar kan gaan duren? Als er zoveel problemen zijn met de stikstofregels die elke keer op overheidsniveau kunnen veranderen, moet er dan niet naar een kleiner plan uitgeweken worden?
Opstijgpunt
Voor de mensen rond de Koeweg licht de redactie een belangrijk detail uit de vergadering. Aan de oostkant van de Koeweg komt een opstijgpunt waarvan de leidingen naar mast 9 gaan. Andere mogelijkheden zijn uitgesloten. Sinds de zomer is dít punt niet veranderd. Er werd toegezegd, dat de projectorganisatie met de omgeving in gesprek gaat over het omgevingsplan van dat opstijgpunt.
Het totale beeld
Toen het tegen elf uur veel mensen onder andere door vermoeidheid en cijfers ging duizelen, werd er gevraagd om een beeld te schetsen van het plan. Niet alleen voor de politici achter de tafels maar ook ‘voor de mensen op de tribune’. Wat komt waar wanneer en hoe?
Wethouder Koen Castelein: ‘Het is een plan wat gestoeld is op organische ontwikkeling. De hele wijk wordt een woonwijk. De ontwikkeling is een transformatie naar die woonwijk. We weten niet wanneer het laatste stukje bekend is.’
Gezien de tijd werd de vergadering gesloten met de toezegging dat de vragen die open staan schriftelijk worden beantwoord.