Met de tijd meegaan, dat doet het familiebedrijf Nagelhout

Hattemerbroek – Al 113 jaar vakmanschap in klompen, dat werd gevierd met een klein klompendansje op TikTok. Maar, we zouden de mensen van Nagelhout Hattemerbroek tekort doen als we alleen klompen aandacht geven. Ze zijn uitgegroeid tot een bekende winkel in de verre omtrek dankzij hun interieur-, cadeau- streek- en oude en vertrouwde huishoudelijke middelen-aanbod, mét de snackbar daarnaast.

Laten we toch bij de klompen beginnen, want daarmee begon het allemaal. Zwiertje Nagelhout vertelt met veel enthousiasme en in een razend tempo de bedrijfs- en familiegeschiedenis dat startte toen opa Harmen in 1912 als klompenmaker begon, samen met zijn vrouw Zwiertje. Vanaf 1932 ging Dries, de zoon van Harmen en de vader van Zwiertje, samen met zijn broer Andries meewerken. Als ambachtsmannen leerden ook zij om met de hand klompen te maken volgens eigen model en beschildering. Voor dat laatste werden tantes ingeschakeld, evenals de jongens uit de buurt, want de klompen moesten geverfd worden en van Nagelhout-stippen voorzien. Voor al die klompen werd op speciale adressen bomen aangeschaft. Wie het niet breed had en zijn eigen boom wilde verkopen, kreeg met name in en rond de oorlog in ruil voor een boom nieuwe klompen, zodat de mensen niet op blote voeten moesten rondlopen.

Na het doordeweeks klompenmaken, werd op zaterdagmiddag de werkplaats aangeveegd en kwamen de buurtkinderen om voor een dubbeltje tv te komen kijken. Toen begon het patat en kroketten bakken. Later groeide dat uit tot een snackbar.
De schuur naast de klompenmakerij werd de volgende dag de plek van de zondagsschool.

Dries Nagelhout. Uit het boek Markante mensen van de Veluwe van Aart Veldkamp en fotograaf Dirkje Sneller

De ‘Blokker’ van Hattemerbroek
Aan het eind van de jaren vijftig was het met de hand klompen maken niet meer lonend. De familie ging vanaf toen klompen inkopen bij Neuteboom in Hattem en Schuitemaker in Enter. Het gereedschap werd opgeborgen – om in 2025 weer tevoorschijn te komen in het kleine bescheiden klompenmuseum – en de winkel werd in 1963 ‘een soort Blokker’. Van alles op het gebied van huishoudelijke artikelen was er te koop. Of de Blokker zoveel service verleende als de Nagelhouts valt te betwijfelen. Als op zondag de babyfles kapot viel, konden de ouders een nieuwe krijgen, maar betaald werd er pas op maandag.
In die tijd werd ook de snackbar geopend en ook vanuit daar was de service groot.  Niemand had een vriezer, waardoor op feestdagen de ijstaarten opgehaald konden worden, zodat men niet op tweede kerstdag en tweede paasdag met een gesmolten dessert zat.

En weer verandering
Ook dit ging voorspoedig. Totdat de ‘echte’ Blokkers de markt in beslag namen. De Nagelhouts gingen beurzen bezoeken en stapten in de interieurdecoraties. Wie nu de winkel binnenstapt ziet van alles wat het huis gezelliger kan maken: van kleinere verfraaiers als vazen en geurstokjes tot droogbloemen.
Daarnaast is er een kast met de oude bekende schoonmaakmiddelen zoals ossegalzeep en ‘een citroentje’ voor de vlekken, waar steeds meer vraag naar is. Er is een kast met streekbieren en andere lekkernijen en een enorme wand met de bekende klompen. Want die worden weer volop gekocht. Stratenmakers dragen ze nog steeds en dan het liefst met een leren bandje over de wreef, ‘ze zitten de hele dag op de knieën’, maar ook mensen met een hoge wreef weten de tripleertjes-klompen te waarderen vanwege de voor sommigen harde rand van de houten klomp.

Jongeren ontdekken de klomp ook weer, omdat ‘het zo handig in- en uitstappen is bij huis’. Anderen gebruiken de klompen als verpakking om kleine cadeautjes in te doen. De ‘afvalklompen’ mogen als afgekeurde exemplaren de winkel uit voor een workshop of als versiersel naast de voordeur.
Er is ook steeds meer vraag naar stelkatoen, wat gebruikt wordt voor petroleumstellen. Door de dreiging in de wereld, willen mensen het stel klaar hebben staan om op te kunnen koken, mocht het elektra of gas uitvallen.
Het klinkt allemaal nostalgisch, maar daar geniet ze aan de Zuiderzeestraatweg juist van. ‘Het goede van vroeger mag blijven.’ 

Mensen blijven (terug)komen
Dat laatste kun je letterlijk nemen. Twee mannen, vijftigers, komen elke zaterdagavond naar de snackbar. Vanaf dat ze dertien waren. Maar ook mensen die vroeger op een van de twee vakantieboerderijen in Hattemerbroek hebben gelogeerd, weten de weg nog steeds te vinden, evenals de vakantiegangers van Molencaten. Zij komen speciaal langs om iets mee te kunnen nemen van de Veluwe.

Zakelijk betrokken
Dochter Claire Beukema is de volgende generatie Nagelhout. Zij werkt mee in allerlei facetten van het bedrijf en dankzij haar werk op de socials – met elke donderdag een ‘Oma weet raad(sel)’ – komen mensen van heinde en ver.
Af en toe bespreken moeder en dochter samen hoe het gaat, waarbij moeder hoort dat ze wel iets zakelijker mag zijn. ‘Maar ach, af en toe een snoepje vind ik zo leuk, een praatje. En aandacht voor de mensen die het zo nodig hebben vind ik ook belangrijk.’

Laat een reactie achter

Plaats alstublieft uw reactie
Vul je naam in