De fracties van CDA Hattem en HattemCentraal hadden bij de voorzitter van de gemeenteraad, burgemeester Marleen Sanderse, een verzoek ingediend om een interpellatiedebat te houden over de bestuurlijke reactie op het BDO-rapport over de gemeentefinanciën. Het debat ging na stemming maandagavond 3 februari door, waardoor de indieners antwoorden kregen, maar ook met vragen achter bleven.
Voor dat het al dan niet doorgaan van het debat in stemming werd gebracht, konden andere fracties een stemverklaring geven. Jaap van Tiel van PvdA/GroenLinks maakte daar van gebruik. Volgens hem wordt de raad regelmatig bijgepraat over de ombuigingen. Hij had geen behoefte aan een debat, omdat veel vragen schriftelijk afgedaan kunnen worden. ‘We beseffen allemaal hoe we er financieel er voor zijn. We weten allemaal hoe de financiële situatie is waarin Hattem zich bevindt. Het is een optelsom van vele besluiten, lokaal als landelijk.’
‘Hoezo dan?’
Na stemming waarbij de meerderheid akkoord ging, kon het debat starten. Wethouder Margriet Brouwer beantwoordde de vragen die Teun Juk, CDA, bij aanvang van het debat had gesteld: ‘Het rapport is een herkenning dat niet alleen Hattem, maar ook andere gemeentes het financieel moeilijk hebben. We hebben met elkaar afspraken gemaakt nadat we vorig jaar hebben vastgesteld dat dat zo is. De eerste primaire begroting met eerste ombuigingsvoorstellen zijn toen gedaan. De aanbevelingen van BDO om te zorgen voor prioritering en focus hadden we al in gang gezet.’
Nadat het rapport uitkwam heeft de gemeente BDO voorgelegd dat de eerste primaire begroting met eerste ombuigingsvoorstellen waren gedaan. ‘BDO heeft naar aanleiding daarvan nieuwe berekeningen gemaakt en kwam zo uit op een 6’.
Met betrekking tot de stand van zaken van de begrotingsvoorstellingen beloofde de wethouder dat de raad binnenkort wordt bijgepraat in de auditcommissie.
Op de vraag van Juk hoe de college terugkijkt op ‘de primaire reactie van verdediging in plaats van de rust bewaren om eerst met de raad het gesprek aan te gaan’, reageerde Brouwer met een verwijzing naar de middelbare schooltijd waar je bij een 1 kon reageren met de opmerking: ‘Een 1? Ik heb geen eens gespiekt’. De reactie van het college zag ze dus niet als verdediging maar als verwondering. ‘Ook omdat de gesprekken met de provincie goed waren. De systematiek van BDO stellen we niet ter discussie. De cijfer 1 past niet bij hoe wij het hebben gedaan.’
Ze sprak aan het eind van de eerste ronde de wens uit om ‘samen om te buigen naar zonnige en vriendelijke vooruitzichten’.
Verschil van inzicht
De indieners konden door middel van een reflectie, zoals het officieel heet, reageren.
Gina Guldenaar, HattemCentraal: ‘Wij snappen de uitleg van het college, maar we kunnen het niet volgen. De wethouder heeft gezegd, dat we een voldoende krijgen van de provincie. Het rapport van de provincie ligt genuanceerder.’
Juk vond dat zijn vraag over het verschil tussen vijf ton en tien miljoen niet goed was beantwoord. ‘Ik wil uitleg in het openbaar om te voorkomen dat we mist creëren. Op dit moment vallen we nog steeds in een risicovolle categorie.’
Vervolgens vroeg de voorzitter om stemverklaringen, wat ging van zeer uitgebreid met een hartekreet van Arend Palland, ChristenUnie (‘ik wil komen tot oplossingen en laten we met elkaar daarover praten’) tot een korte oproep van André Borst, Lijst Borst: ‘We zijn te laat begonnen met de begroting. Dit is het moment van verantwoording.’
De wethouder legde hierna uit hoe de begroting er volgens haar uit zag met betrekking tot dat verschil tussen vijf ton en tien miljoen.
Juk kreeg het slotwoord: ‘De vraag is beantwoord. Ik kan hier van alles van vinden. Ik stel het op prijs dat u de berekening van BDO aan de raad doet toekomen. Over de duiding van cijfers, daar constateer ik dat daar verschillende lezingen over zijn, omdat het probleem van Hattem op dit moment groter is dan vijf ton.’
Interpellatiedebat
Bij een interpellatiedebat kan de gemeenteraad de wethouders bevragen over een onderwerp wat niet al op de agenda van de raadsvergadering staat. Een meerderheid van de raad moet volgens de regels akkoord gaan voordat het interpellatiedebat kan doorgaan. Vervolgens vindt het debat plaats volgens een vastgelegd protocol van vraag en antwoord, met eventueel stemverklaringen.