Zomerwerkers bij… de Bongerd (2)

Zomerwerkers, mensen die niet stilzitten, ook al vallen de mussen van het dak en smelt het asfalt onder de voeten. Je vindt ze ook in Hattem. In deze zomerweken stellen we graag een paar van hen aan onze lezers voor. In deze aflevering: de mensen van de Bongerd, aflevering 2.

In de Bongerd aflevering 1 sprak ik met Diana, verpleegkundige, en met Heske, regiebegeleider. Ik ben nu op weg naar meneer Van Weeghel. Na de warme maaltijd wilde hij mij in zijn appartement ontvangen. Helaas. Ik ben net te laat. Meneer is toe aan zijn middagrust en ik moet me even gaan vermaken.
Buiten kijk ik uit op het dierenweitje. De trots van menig vrijwilliger. Al jarenlang worden de dieren liefdevol verzorgd en hun ‘thuis’ goed onderhouden. De vrijwilligers weten hoe belangrijk deze groene oase is voor de bewoners, maar ook voor de medewerkers. Hier en daar zitten de werkers te lunchen, met een zakje of een trommeltje op tafel.

Later op de middag loop ik opnieuw naar meneer. Weer net te laat. Meneer is onderweg naar de bingo. Toevallig kom ik Diana tegen en zij zorgt ervoor dat meneer en ik toch even rustig kunnen praten. Dat lukt, al staat er achter mij een hele rij wachtenden voor de lift. Allemaal op weg naar de bingo. Het zijn steeds dezelfde geluiden die ik gedurende het gesprek hoor: ’Daar is t-ie. Oh nee, te vol. We moeten nog even wachten. Nee, u kan er nog bij. We zien u zo beneden.’

Meneer kijkt mij vriendelijk aan. De kleine versterker van zijn gehoorapparaat overhandigt hij mij vol vertrouwen. Ik leg hem naast me neer op tafel. Wat een uitvinding!
Meneer van Weeghel, wat fijn dat u tijd voor mij wilt maken. Merkt u dat het zomervakantie is?
‘Er is minder personeel en je merkt dat ze drukker zijn. Dat er vreemden komen merk ik niet zo.’

U woont hier nu 2,5 jaar. Niet alle medewerkers zijn hier voor vast en ze zijn allemaal verschillend. Is dat niet wennen?
‘Nee, ik heb 1,5 jaar in sanatorium gelegen toen ik in twintig was. Toen had ik ook allemaal meisjes om mij heen. Je schikt je he.’

Hoe wilt u het liefst geholpen worden?
‘Dat ze me rustig helpen. Een enkele keer dat ik denk nee, dit vind ik niet fijn, maar dat komt bijna niet voor.’

Heeft u een bepaalde voorkeur?
‘Met de een kun je meer praten dan met een ander. We praten over allerlei dingen. Ze vertellen zelf ook wel eens wat over hun gezin en kinderen en zo.’

Wat doet u zoal overdag?
‘Bingo, woordvragen en zo… Ik doe overal aan mee.’ 

Was het wennen om hier te wonen?
‘Ik heb me van begin af aan hier thuis gevoeld. Ik ben in mijn leven overal geweest… Ik heb zoveel meegemaakt…’

Dan kunt u dit ook wel?
‘Joh… Thuis kon niet meer…. Het ging niet meer op de boerderij. Ik woonde in Hattemerbroek.’

Zijn er hier meer mensen uit Hattemerbroek?
‘Ja. Mijn buurmeisje van vroeger. Die woont hier nu ook. Tot mijn negenste heb ik daar gewoond.’

Heeft u last van de warmte?
‘Ik niet. Ik stond alle dagen op het land.’

U neemt de dingen zoals ze zijn…
‘Joh…’

Van stagiair naar medewerker
Ik loop het restaurant binnen. Alles van de warme maaltijd is verdwenen en de bingobordjes staan klaar. In de hoek werken vrijwilligers samen aan het inpakken van cadeautjes. Vanuit de keuken klinken geluiden van opruimen en ik hoor vrolijk geklets.
Tess komt eraan gelopen… Tess heeft stage gelopen in de Bongerd en kreeg daarna een nul-uren contract. Ze is beschikbaar als oproepkracht en nu ze vrij is van haar mbo-opleiding Verpleegkunde werkt ze meer uren dan toen ze stagiair was.

‘Mijn eerste stage was hier. Ik ga na de vakantie naar het derde jaar. In januari ga ik weer stage lopen maar dan ergens anders.
Omdat ik een nul-uren-contract heb, kan ik mezelf inplannen en als er een app komt met de vraag wie vanwege een zieke collega kan meehelpen, plan ik mezelf ook bijna altijd in.’

Dat betekent dat je door het hele huis heen werkt?
‘Klopt. Er zijn drie teams. Ik blijf dezelfde werkzaamheden doen als toen ik stagiair was, want ik moet nog examens afronden. Daarna mag ik speciale handelingen verrichten.’

‘Ik doe dit werk omdat ik het contact met de bewoners fijn vind. Gewoon… helpen… Omdat ze … Ze zijn blij als ze geholpen worden. Als ze aangekleed zijn, zie je dankbare gezichten. Ik word er heel blij van als ik mensen aan het lachen kan maken…’ 

Lachen…?
‘Heel veel mensen waarderen mijn humor. Ik ben van de inkoppertjes, droge humor… Ik merk dat andere collega’s stiller zijn. Natuurlijk moeten de bewoners ‘s morgens wakker worden, maar het is ook belangrijk dat ze op deze manier contact houden. Zodat ze bijblijven om over deze tijd te kunnen praten. Werken in de oudere zorg is niet bang zijn.’

Misschien speelt bij sommigen het leeftijdverschil mee?
‘Toen ik in de supermarkt werkte als cassière sprak ik veel ouderen. Daar was ik in het begin ook wat stiller, maar daar leerde ik ook dat mensen het fijn vinden als je met ze praat.’

Als ik aan anderen zou vragen, beschrijf Tess als medewerker ouderenzorg. Wat zeggen ze dan?
‘Het contact dat ik maak. Goed en respectvol. Ik blijf altijd dezelfde.

Denk je genoeg aan jezelf?
‘Als ik de tijd niet door heb, dan niet… Maar op rustige dagen valt het wel mee.’

Wat wil je vooral dat anderen lezen over ouderenzorg?
‘Ouderenzorg is leuk, omdat de ouderen vrolijk zijn en leuke praatjes maken. Ze zijn erg dankbaar.’

Vrijdag 16 augustus om 12.00 uur staat aflvering 3 op onze nieuwssite.

Lees alle berichten over Hattemse Zomerwerkers

Van de redactie
Lees jij al HattemNieuws? Ontvang voortaan nieuws en achtergronden in je mailbox!

Laat een reactie achter

Plaats alstublieft uw reactie
Vul je naam in