Maandagavond 8 april vergaderen gemeenteraad en B&W over het Rode Kruis-gebouw dat B&W wil verbouwen tot kleinschalige opvang van Oekraïners.
In Hattem wonen sinds de oorlog uitbrak 70 Oekraïners. Ze verblijven op verschillende plekken. Soms in de Bongerd, soms bij mensen thuis zoals bij Freddy en Gerda Visser, en er woont ook een klein gezin in een zelfstandig klein appartement achter het huis van Jeannet en Henk Nagelhout. RTV Hattem sprak met beide gezinnen.
Achter het huis
‘Sinds augustus 2022 wonen hier een moeder en twee dochters. Ze komen uit Kiev, waar hun vader nog woont. Toen ze hier kwamen, waren alle formaliteiten al geregeld. De moeder heeft zelf werk gevonden en de oudste woont, als student, inmiddels ook zelfstandig in de Bongerd,’ aldus Henk Nagelhout.
‘In het begin konden we nog wel wat advies geven over hoe het in Nederland gaat, inmiddels zijn ze meer en meer thuis in ons land.’
‘We merken dat ze uit een heel andere cultuur komen waarvan we denken dat ze daarom meer op zichzelf zijn. Ze willen ons niet tot last zijn, maar wij willen hun juist graag bij ons leven betrekken. Dat hebben we met ze besproken en sindsdien is het contact nog fijner.’
Samen in een huis
Freddy en Gerda Visser vangen bijna sinds het begin van de oorlog een moeder en zoon thuis op. ‘We kunnen niets aan de oorlog doen, maar wel ons huis openstellen voor opvang. In een kerkdienst hoorden we een keer: als je twee jassen hebt, kun je er een weggeven. We hebben vijf slaapkamers, waarvan Svitlana en Bogdan Temnik, moeder en zoon, er nu drie gebruiken, met eigen sanitair.
In het begin zagen we beren op de weg, we vonden het spannend want hoe gaat dat, mensen in je huis? De beren op de weg bestonden niet. Vanaf het begin hebben we afspraken gemaakt over het gebruik van de keuken bijvoorbeeld. De keuken delen we, maar ze doen hun eigen boodschappen en we eten niet samen. Wel hebben ze heel andere tijden. ’s Avonds om tien uur koken ze en dat wordt de volgende ochtend ook nog een keer gegeten. Dat is voor hun gewoon, wij moeten soms wel even slikken als we nuchter de keuken in komen.
Ook de koelkast-verdeling veranderde na afloop van tijd, maar met humor kom je ook een eind.’
‘Het gaat zo goed omdat ze hun eigen dingen doen. In het begin gingen we mee naar het ziekenhuis, maar Bogdan van zestien spreekt inmiddels al zo goed Nederlands. (Hij zit in een gewone Nederlandse klas.)
Natuurlijk moet je rekening houden met elkaar. Je levert privacy in.
We hadden voor de zomer contact met de echtgenoot en vader, die nog in Charkov woont. Hij was zo dankbaar.’
Oorlog en kou
‘Hun man en vader leeft in een heel andere wereld. Een tijdje terug was er honderd meter bij de flat vandaan een raket neergekomen. Hij was ongedeerd, maar in de flat was al het glas uit de ramen. “Mijn vader heeft het koud,” zei Bogdan. Hoe koud is het dan? “min 5” Dat valt nog wel mee. “Nee, het is buiten maar ook binnen -5!” Glas is er niet te krijgen en dan krijgen wij in Nederland spotjes met de boodschap: zet de verwarming een graadje lager…’
‘Als er daar iets gebeurt, bellen ze veel. Ze bellen sowieso elke dag. Laatst was Svitlana jarig: “Ik had zo gehoopt mijn 51e met familie kunnen vieren. We zijn al zo lang van elkaar van gescheiden, dat doet zeer.”
Afgelopen zomer hebben we met omwegen voor elkaar gekregen dat ze elkaar in Turkije weer konden zien.’
Hoe houden ze dit vol?
‘Ze zijn opgewekt. Ze leven bij ons maar hoe het echt is, dat stukje echt mens-zijn, dat delen ze niet. Ik denk dat het te moeilijk is voor hun.’
Hoe houden jullie het vol?
‘We doen ons best. Af en toe gaan we een weekendje weg.’
‘Als er hier een oorlog zou zijn, zouden we ook graag opgevangen willen worden.’