De steenuil is de bekendste van de kleinere uilensoorten. In ons land is hij van oudsher een bekende verschijning in vooral kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. De steenuil schuwt de menselijke omgeving niet en broedt vaak op boerenerven, vooral als deze voldoende natuurlijke variatie bieden. Dan kan een steenuil op een klein oppervlak alles vinden wat hij nodig heeft. Vanaf paaltjes of andere verhogingen zoekt de steenuil naar voedsel en vliegt daar in golvende vlucht op af.
Niet opvallend
De steenuil is nauwelijks groter dan een merel maar oogt toch wat forser door z’n opgezette veren. Het verenkleed is overwegend bruin tot grijsbruin met witte streepjes en druppelvormige vlekken. Opvallend zijn de felgele ogen en lichte ‘wenkbrauwen’. Het achterhoofd lijkt een kopie van het voorhoofd met toegeknepen ogen. In rust is zijn postuur gedrongen, bij waakzaamheid rekt de uil zich uit. Niet altijd zichtbaar zijn de lange, bevederde poten.
Knotwilgen
In de Vreugderijkerwaard bij Westenholte broeden een aantal paren in oude knotwilgen. Om die reden zijn een aantal jaren geleden, tijdens de dijkverlegging, de grote knotwilgen mee verplaatst, zodat de steenuil zijn broedplaats kon behouden.
Zalk
De steenuil is inmiddels de IJssel overgestoken en heeft een plekje gevonden aan de Buckhorsterlaan in Zalk. Refelmatig kan men daar vogelaars met camera’s en telelenzen naar de vogel zien turen.
RTV Hattem-camera-man Henk Tabois maakte e een kleine reportage.
