Drinkwater voor toekomstige woningen niet meer vanzelfsprekend
Uit onderzoek van Vewin (vereniging van waterbedrijven in Nederland) blijkt dat alle drinkwaterbedrijven al voor 2030 meer productiecapaciteit nodig hebben. Bij drie van de tien bedrijven is zelfs per direct meer productiecapaciteit noodzakelijk. Bij de andere zeven in aanloop naar 2030.
Voor Vitens zit de grootste urgentie, onder andere vanwege de woningbouwopgave, in Twente en op de as Utrecht-Amersfoort. Daar is per direct extra capaciteit nodig.
Nog geen verandering Jelle Hannema, voorzitter bij Vitens, herkent de cijfers uit het onderzoek. Hij heeft al eerder de noodklok geluid. “We kunnen al wel vergunde locaties voor de drinkwaterwinning nog niet benutten en de financiering van de investeringen moet vernieuwd worden. Helaas is er nog niets veranderd. “Dit geldt ook voor de productielocatie Hammervlier, in Den Ham. De uitbreiding van de bestaande winlocatie is vergund. Maar door vertraagde besluitvorming en tegenstijdige regelgeving kan Vitens nog niet bouwen. “Hierdoor komt de drinkwatervoorziening in Twente in het gedrang. Vitens heeft ook al nee moeten verkopen aan bedrijven. Dat is niet wenselijk en moet zo snel mogelijk opgelost worden”, aldus Hannema.
Vitens blijft, samen met de provincies en andere overheden, in gesprek met betrokken burgers, om de impact op de omgeving van iedere nieuwe drinkwaterwinning te kunnen opvangen. Samen zoeken waar nodig naar passende maatregelen om effecten van drinkwaterwinning te verminderen of compenseren.
Nu actie nodig
Vewin-voorzitter Peter van der Velden: “Dat er water uit de kraan komt lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Het drinkwater van morgen vraagt vandaag al om extra maatregelen. Natuurlijk zetten wij in op bewust en zuinig drinkwatergebruik, maar ons land groeit de komende 20 jaar met zo’n 1,5 miljoen inwoners en misschien nog wel meer. Dat betekent dat we voorbereid moeten zijn op een verder groeiende drinkwaterbehoefte en daarmee willen én mogen we geen enkel risico nemen. Het gaat om belangrijke keuzes waardoor de watersector ook op langere termijn robuust kan blijven.”
Drinkwatervoorziening steeds meer onder druk
De drinkwaterbedrijven hebben te maken met een toenemende watervraag door bevolkingsgroei, economische groei, en regionaal stedelijke uitbreiding. Daarom hebben alle drinkwaterbedrijven per direct of voor 2030 al meer productiecapaciteit nodig. De beschikbaarheid van water voor de drinkwatervoorziening staat echter onder druk. Daarnaast verslechtert de kwaliteit van de drinkwaterbronnen door vervuiling van landbouw, industrie en huishoudens. In een aantal regio’s hebben we nu al knelpunten die het voldoen aan de drinkwatervraag bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken (zie bijlage kaart A). Wat verder in die toekomst kijkend, kunnen deze problemen zich in nog veel meer regio’s voordoen als er niet tijdig actie wordt ondernomen. Drinkwaterbedrijven zetten zich in om bewust en zuinig waterverbruik te bevorderen, maar zij – en overheden – kunnen én mogen geen enkel risico nemen met het verzekeren van de toekomstige drinkwatervoorziening. De drinkwaterbedrijven hebben een leveringsplicht, de overheden een zorgplicht.
Wat vragen drinkwaterbedrijven van overheden?
Al eerder hebben de drinkwaterbedrijven aangegeven zonder extra maatregelen niet te kunnen garanderen dat er op tijd goed drinkwater voor de ruim 900.000 nieuwe woningen, die het kabinet wil bouwen, beschikbaar is (zie kaart B). Om deze en andere uitdagingen waar de drinkwatersector voor staat, aan te kunnen moet meer werk worden gemaakt van het tijdig aanwijzen, beschikbaar maken en beschermen van nieuwe (waaronder alternatieve) bronnen voor drinkwater. Drinkwaterbedrijven moeten ruimte krijgen die bronnen ook daadwerkelijk te benutten. Daarnaast moet de kwaliteit van bestaande drinkwaterbronnen beter beschermd worden. De drinkwaterbedrijven willen ook meer ruimte als het gaat om vergunningverlening om water te winnen en deze vergunningen ook daadwerkelijk en volledig te kunnen gebruiken. Tenslotte is meer ruimte nodig voor de financiering van investeringen in nieuwe productie-, zuiverings- en distributiecapaciteit.