Ds Wim Hortensius van de Protestantse wijkgemeente de Rank organiseert samen met kerkleden verschillende momenten waar ook niet-kerkelijken op afkomen, zoals binnenkort de Top 2000 en onlangs een Kleurrijk Jezelf Zijn-dienst. De wens van de kerkgemeenschap die kerkt in de Emmaüskerk is om een herberg te zijn. Achter deze predikant en gemeenteleden staat iemand die ervoor zorgt dat het gebouw op orde is. Iemand die bijna onzichtbaar zijn werk doet. De Emmaüskerk aan de Dorpsweg heeft sinds 1 oktober 2024 een nieuwe koster/beheerder, Wim Samsen. Tijd om hem zichtbaarder te maken.
Een koster zorgt ervoor dat de kerk open is als er activiteiten zijn, dat alles klaar staat als de vaste groepen er zijn, zorgt voor koffie en thee, samengevat, hij zorgt ervoor dat iedereen zich welkom voelt. ‘Dat laatste vinden we het allerbelangrijkst. Verbinding met jou, met wie je ook bent of wat je ook doet, dat vindt niet alleen Hortensius heel belangrijk, maar dat zie je ook terug in de gemeente. Mensen hebben contact met elkaar en niet alleen op de zondagmorgen tijdens de dienst. Een herberg-zijn geldt ook voor bijvoorbeeld de inloopochtend op dinsdag van 10-12 uur, waar mensen met elkaar koffiedrinken. Je merkt dat ze het met elkaar hebben over hoe het met de ander gaat of dat het ze opvalt als ze elkaar een tijdje niet hebben gezien. Hetzelfde zie je bij de Tinnegroep. Beide groepen groeien hard.’
Het is nog wat wennen om van elke groep te weten wat de mores is. ‘Elke groep heeft zijn eigen gewoontes. Men wil graag dat het gebeurt zoals men het gewend is. Ik ken nog niet elke ongeschreven regel, maar ja, ik ben er pas drie maanden he. Verder houd ik de tuin bij, zorg dat alles schoon is en doe de planning van de zalen, omdat ook mensen van buiten hier ruimte kunnen huren. Met andere woorden ik beheer het gebouw. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de roosters van de BHV’ers die tijdens de diensten van de Grote of Andreaskerk en de Emmaüskerk aanwezig moeten zijn. Samen vormen we de Protestantse Kerk Nederland, de PKN van Hattem.’
Tijd voor wat belangrijk is
‘
In dit gebouw worden er ook voor niet-leden bruiloften en uitvaarten gehouden. Het laatste kan met of zonder condoleance of nazit. Als je hier een uitvaart hebt, heb je de rest van de dag het gebouw tot je beschikking. Dat is toch anders dan een strak rooster van een uitvaartcentrum. Voor zoiets moet je de tijd hebben.’
‘Officieel werk ik dertig uur, maar in de winter is dat rond de veertig, wat ik in de zomer weer compenseer. De drukste periode is van oktober tot april. Rond Pasen wordt het minder. Meestal begin ik om een uur of één tot tien uur ’s avonds. Ik werk sowieso drie dagen in de week. De vrijdag is mijn vrije dag en dat probeer ik vast te houden, al wijkt alles voor een uitvaart. Standaard ben ik hier zaterdags om te kijken of alles netjes is, en zondags.
Ik vind het heerlijk om mijn tijd zo in te vullen. Hiervoor was ik twintig jaar uitvaartverzorger en dat is een onregelmatig leven. Dit geeft rust. Het is gestructureerd. Ik weet nu veertien dagen van te voren wat ik moet doen.
Door mijn werk in de uitvaart kwam ik geregeld in Hattem. Ik woon zelf in Nunspeet. Daar was ik zeven jaar koster. Ik hoorde van de vacature voor een koster. Ik dacht, ik probeer het en binnen een maand was het rond.’
Niet de regels, maar de mens
Samsen went snel en de mensen helpen hem daarbij. ‘Ze zijn hier heel hartelijk, heel ongedwongen. Er is veel belangstelling voor elkaar. Dat viel me op tijdens het sollicitatiegesprek met het college van kerkrentmeesters.’ (De PKN is zijn werkgever en het college voert het werk uit.) Ook de aansluiting met de kerkgemeenschap die van oorsprong gereformeerd was en daarvoor meer vrijdenkend dan zijn kerk in Nunspeet, ging voor hem als bijna vanzelfsprekend. ‘In mijn uitvaartcarrière heb ik zoveel verschillende soorten diensten meegemaakt. En ik kende Hortensius door dat werk. Ik vind het prettig hier. De mensen zijn open, veel kan. Het gaat niet om de regels maar om de mens.’
Er is één dienst op de zondag in plaats van twee zoals vroeger. Elke zondag ziet de koster honderd/honderdvijftig mensen, maar hij ontdekt ook steeds weer andere gezichten. Wat ook te maken kan hebben met de dienst, zoals laatst toen het gospel- en praisekoor Color of Faith zong, of zoals in oktober, bij de dienst van Kleurrijk Jezelf Zijn, waar de kerk samenwerkte met de gemeente. Toen zat de kerk behoorlijk vol. ‘Het is een kerk waar veel mogelijk is. Waar ooit vluchtelingen opgevangen werden, waar rituelen zijn tijdens de herdenking van overledenen, en ook de regenboogzondag heeft een plek in het geheel.’
Meer dan koster-zijn
Bijna aan het eind komen we nog iets meer te weten over de koster. Dat hij zich thuisvoelt bij een gemeente waar de mens centraal staat en niet de regel, bleek al wel, maar het komt ook naar voren als hij begint te vertellen over zijn vrijwilligerswerk in Nunspeet. Na de cursus psycho-pastorale hulpverlening, georganiseerd vanuit de kerk aldaar, bezoekt Samson mensen die problemen hebben met hun gezondheid. ‘Ik kom al jaren bij iemand die heel diep zit. We drinken samen koffie en hij kan zijn verhaal kwijt.
Daarnaast ben ik vrijwilliger bij COSA. COSA is een aanpak voor re-integratie van zedendaders in de samenleving. Vrijwilligers vormen samen met beroepskrachten een netwerk rond een zedendader, de zogenaamde COSA-cirkel. Als men vrij komt, wordt er gevraagd of ze begeleid willen worden door vrijwilligers, naast de professionals. Je loopt als het ware met ze mee en je let op signalen of het wel of niet goed met ze gaat. Ik zag in 2011 een advertentie waarin men vrijwilligers vroeg die wilden begeleiden. Ik dacht, ik probeer het gewoon.’
Het is de tweede keer dat dat voorbij komt: ik probeer het. ‘Af en toe moet je een poging wagen, soms lukt het en soms niet’, klinkt het laconiek.
Bij de koster/beheerder van de Emmaüskerk gaat het om meer dan een goed verzorgd gebouw. ’Ik werk graag met mensen. Als koster let je op de anderen.’ Alsof hij wil zeggen, eerst de mens, dan het gebouw.