Het Anton Pieck Museum toont tot en met 30 april een tentoonstelling met ruim 60 originele illustraties van illustrator Hans de Beer uit de kinderboeken Een ijsbeer in de tropen, Kleine ijsbeer en de verdwenen vissen, Bodo, de kleine orang-oetan, Teckel Teun zoekt het hogerop, en Haas en Mol zoeken een uitweg.
Hans de Beer werd in 1957 geboren in Muiden. Toen hij in zijn puberteit een tijdje in het ziekenhuis lag, begon hij met tekenen. Na de middelbare school ging hij geschiedenis studeren, maar dat werd geen succes. Hij besloot naar de Rietveld Academie in Amsterdam te gaan en daar kreeg hij les van bekende illustratoren als Thé Tjong-Khing en Lydia Postma. Daar heeft hij zich gespecialiseerd in illustreren.
De Beer heeft voor een aantal tijdschriften kindertekeningen gemaakt. Uit zijn afstudeerproject werd Een ijsbeer in de tropen’geboren, dat uiteindelijk verscheen bij NordSud Verlag in Zwitserland en met dit prentenboek begon het grote succes van zijn carrière. Een ijsbeer in de tropen en de andere verhalen over Lars zijn inmiddels al meer dan 30 jaar enorm geliefd. De verhalen zijn in maar liefst dertig talen vertaald, en wereldwijd zijn er meer dan 10 miljoen boeken van Hans de Beer verkocht.
Ondanks het feit dat hij vele nationale en internationale onderscheidingen heeft gekregen, werkt Hans de Beer bij elk boek verder aan de verfijning van zijn stijl en techniek. Van zijn leraar Thé Tjong-Khing heeft hij geleerd zich goed af te vragen wat hij precies wil vertellen en uitdrukken, alvorens de eerste schetsen te maken. Pas als het verhaal in grote lijnen is opgezet, maakt Hans de Beer schetsen en karakterstudies die steeds gedetailleerder worden. Het resultaat vertaalt hij met potlood op grote vellen papier. Met aquarelverf verleent hij de illustraties hun onmiskenbare sfeer.
‘Dat ik mijn figuren ook vaak van achteren laat zien, is niet alleen omdat een rug er zo gezellig uit kan zien,’ zegt Hans de Beer. ‘Op deze manier kun je je goed in de betreffende figuren verplaatsen en met hun ogen kijken. Daarom teken ik ook niet zoveel actie. Taferelen die een bepaalde emotie oproepen vind ik belangrijker. Mijn illustraties moeten ruimte bieden aan de fantasie van de lezer.’
Tegenwoordig woont Hans de Beer samen met de Italiaanse illustratrice Serena Romanelli, een deel van het jaar in Amsterdam en een deel in Italië, in de buurt van Florence. Zijn vrouw schreef de teksten voor de boeken over Bodo, de kleine orang-oetan.
De boeken van Hans de Beer verschijnen sinds 1987 in Nederland bij kinderboeken-uitgeverij De Vier Windstreken. Van de Kleine IJsbeer zijn inmiddels 11 aparte prentenboeken verschenen alsmede Teckel Teun zoekt het hogerop en Haas en Mol zoeken een uitweg.