Enkele maanden lang stond voor een woning aan de Hattemse Lübeck een laadarm voor het opladen van een elektrische auto. Afgelopen donderdag 21 november boog de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit zich over de situatie. Zij vindt onder meer dat het object een industriële uitstraling heeft die niet past in de ‘warme’ omgeving van de Hattemse woonwijk.
Eenstemmigheid
Tijdens de bespreking blijkt er al snel eenstemmigheid binnen de commissie. De commissieleden vallen vooral over de hoogte en de uitstraling van het object. ‘In uitgeklapte toestand overspant de laadarm een trottoir en openbaar groen. In Nederland is het echter traditie dat we infrastructuur voor energievoorziening zoveel mogelijk ondergronds aanbrengen’, aldus één van de commissieleden tijdens de zitting.
Precedentwerking
Bij de commissie leven ook zorgen over de precedentwerking die van een positief advies kan uitgaan. ‘Het zou’, aldus een commissielid tijdens de zitting, ‘kunnen betekenen dat een straat vol komt te staan met dit soort laadpalen die onderling ook nog eens afwijken qua uitvoering. En dat komt de uitstraling van de woonwijk niet ten goede.’
‘Dit terwijl er aan de achterzijde van de woning een parkeerplaats met openbare laadvoorzieningen is, die zelden volledig bezet is’, zo vult een ander commissielid aan.
Beleid is wenselijk
Al met al zal de commissie het Hattemse college van B&W negatief adviseren over deze vorm van particuliere stroomvoorziening voor elektrisch rijden. Daarmee wordt een volgende stap gezet in de al langer lopende discussie over de laadarm.
De commissie gaat de gemeente wel oproepen om beleid te maken voor mensen die ‘eigen’ stroom willen gebruiken om de auto op te laden.
De eigenaar van de laadarm heeft de installatie inmiddels verwijderd.