VVD-Statenlid Rosmarijn Boender heeft aan Gedeputeerde Staten (GS) vragen gesteld over de vestiging van een derde supermarkt in Hattem. In het antwoord van GS staat: ‘Wij zijn van mening dat een derde supermarkt in Hattem kan, ook al breidt een bestaande Lidl in Wezep uit.’
Supermarkt in woonwijk
Boenders stelde de vragen, omdat het provinciale beleid er tot nu toe op gericht was dat er geen detailhandel mocht komen op perifere locaties, maar gericht moest zijn op het bestaande winkelcentrum. GS schrijft dat het van mening is dat: ‘Door het omvormen van ’t Veen van bedrijventerrein naar woonwijk is er niet langer sprake van een perifere locatie. De supermarkt komt in een woonwijk te liggen, dicht bij de consument. Op basis van de door de gemeente aangeleverde onderbouwing concluderen wij dat de invloed van een derde supermarkt in Hattem beperkt effect zal hebben op het kernwinkelapparaat van Hattem.’
Effecten omliggende supermarkten beperkt
De gemeente Hattem heeft in haar onderbouwing aangegeven dat op dit moment inwoners van Hattem naar discountsupermarkten in omliggende plaatsen gaan. Door de vestiging van een Lidl op ’t Veen is hierin een verschuiving te verwachten, maar de effecten voor de omliggende supermarkten zullen naar verwachting beperkt zijn.
Nieuwe supermarkt kan niet worden geweigerd
De alternatieve locaties voor een supermarkt die door de Ondernemersvereniging en de eigenaren van Albert Heijn en Boni zijn genoemd, zouden naar verwachting hooguit zeer beperkt combinatiebezoek opleveren, aldus GS. In het antwoord aan Boenders staat voorts: ‘Op basis van de Europese Diensterichtlijn is het niet mogelijk om op economische gronden de omvang van bijvoorbeeld een supermarkt te beperken. Dit kan wel op basis van ruimtelijke gronden (bijvoorbeeld beschikbaarheid van parkeerplaatsen of leegstand die leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat). Wij zijn van mening dat op basis van ruimtelijke argumenten de nieuwe supermarkt niet kan worden geweigerd.’