Baby Loss Awareness Week – ‘Vanaf het begin is het je kindje’

Van 9 oktober tot en met 15 oktober vindt wereldwijd de Baby Loss Awareness Week plaats, onderdeel van de Baby Loss Awareness Month, Oktober. Vele mensen staan in deze periode extra stil bij het verlies van hun kindje. RTV Hattem staat ook stil bij deze belangrijke week en interviewde eerder al Liesbeth en nu Oleg en Willemiek die allen in 2023 een kindje verloren. Mensen weten nog vaak niet hoe zij moeten reageren op het verlies van een kind, ongeacht de leeftijd van het kind. Daarom is het delen van persoonlijke verhalen zo belangrijk. Want hoe is het om je baby te verliezen?
Dit is een ingekorte versie van het interview. Het complete verhaal kunt u hier lezen en downloaden: het complete verhaal.

Afwijkende echo
Willemiek: ‘Zodra we die positieve test in handen hadden waren we heel erg blij. Het was ons eerste kindje en we waren zo gelukkig! Ik was ook veel eerder zwanger dan we hadden gedacht. Die eerste echo’s waren hele mooie momenten en de eerste keer het hartje horen was – hoe cliché ook – heel bijzonder. Je voelt zoveel liefde voor je kindje. Alleen toen kwam de dertien weken echo en toen hoorden we dat ze te klein was. Het was nog niet echt een serieus signaal, maar ik weet nog dat ik op het scherm zag dat ze nog maar op elf-en-een-halve week zat qua groei en ontwikkeling, in plaats van de dertien weken die ze eigenlijk zou moeten zijn. Toen was ik echt wel ongerust. Ik werd ook eigenlijk gelijk al heel verdrietig. Ik dacht: er is iets niet goed.’ Oleg vult aan: ‘Ja, jij had echt moederinstinct ofzo. Ik had dat niet. Ik word pas ongerust als er ook echt bewezen iets is.’

Zwaar gevoel
‘Ja, hoe blij we ook waren, ik had ook een soort heel zwaar gevoel tijdens die hele zwangerschap. Al vanaf het begin. Bij de echo’s was ik wel altijd heel blij om ons kindje te zien, we wilden haar ook zo graag. Maar dat zware gevoel dat bleef. Ik denk dat ik ook daarom al zo verdrietig werd toen ze achter bleek te lopen. Ik wist toen eigenlijk al: het zit niet goed. Toch moesten we toen de hele molen nog door. Toen we wisten dat ons kindje achterliep, kregen we bijvoorbeeld eerst allerlei vervolgonderzoeken in het Isala vrouw-kind centrum, in het ziekenhuis dus. Dit waren heftige weken voor ons. We zagen allemaal ernstige afwijkingen op de echo, een open ruggetje, een hersenafwijking en ons kindje was veel te klein terwijl de placenta juist heel groot was, dat klopte niet. Maar hoewel de afwijkingen die we zagen er heel ernstig uitzagen konden de artsen nog niet veel zeggen over wat de impact zou gaan zijn voor ons kindje en voor ons, ze vroegen ons: “Wat willen jullie?” maar wij wisten dat ook niet. Dat was heel moeilijk. We wisten dat we moesten kiezen, maar dat is geen menselijke keuze. We kregen nog een vlokkentest aangeboden, dat vond ik spannend, maar dat wilden we in deze situatie toch wel graag doen. Ik merkte dat ik met een heleboel vragen zat. Voor dit kindje, maar ook voor onze toekomst. De vlokkentest bracht ons uiteindelijk duidelijkheid. Ons kindje bleek een ernstige chromosoomafwijking te hebben, ze – we wisten nu ook dat ze een meisje was – had van alle chromosomen drie, in plaats van een paar van twee. Dit betekende dat ze niet levensvatbaar was buiten mijn buik. Ik weet dat moment nog precies, dat we dat nieuws kregen. Ik voelde verdriet: ons kindje gaat dood, ze kan niet leven op deze wereld. Maar we waren ook opgelucht, nu hoefden wij niet voor haar te kiezen.’

Niet levensvatbaar
’Het voelde wel wat ingewikkeld, deze afwijking is zo ernstig dat het vaak zorgt voor vroege miskramen, maar ons kindje groeide nu toch al een paar maanden in mijn buik en ze was nog heel sterk. Je zou niet verwachten dat ze zoiets ernstigs had, maar dat was wel zo. Nu we wisten dat ze niet levensvatbaar was hebben we besloten haar geboren te laten worden. Vanaf dat moment was het namelijk ook heel moeilijk om nog zwanger te zijn; je weet dat ze zal gaan en niet levensvatbaar is, daar heb je geen invloed meer op.’

Rollercoaster
‘We kijken ondanks alles wel heel erg goed en warm terug op hoe we zijn begeleid vanuit het ziekenhuis en ook vanuit de verloskundigen. Het ziekenhuis heeft ons heel goed begeleid en geïnformeerd, we voelden ons echt gezien en geholpen. En de verloskundige bood aan om nog een mooie echo te maken de dag voor de geboorte, waarbij we niet zouden focussen op alle ernstige afwijkingen die ons dochtertje had, maar het doel juist was om nog mooie beelden van haar te hebben. Dat is ons wel heel dierbaar. Tegelijkertijd was het ook heel dubbel. Ze was heel sterk nog, ze leek het ook goed te hebben in mijn buik. Daar troost ik me dan ook mee, dat ze het in mijn buik echt goed lijkt te hebben gehad.’ Oleg knikt. Willemiek: ‘Maar die avond was heel moeilijk toen ik medicatie moest slikken om de geboorte op gang te brengen. Dat is intens moeilijk en loodzwaar, want je weet dat ze dan komt, maar buiten jouw buik niet kan overleven. Ik vond het ook eng om te gaan bevallen, aan de andere kant keek ik er naar uit om haar te ontmoeten.’ Oleg knikt. Willemiek: ‘De volgende ochtend moesten we al heel vroeg in het ziekenhuis zijn. Dat was een waas, ik weet daar bijna niets meer van. Ik weet niet meer goed hoe we die ochtend in de auto zaten. Ik weet nog wel dat we heel goed en deskundig zijn opgevangen gelukkig. We werden naar een kamertje achterin op de afdeling gebracht, daar is het wat rustiger. Toen brachten ze twee pillen in, vaginale tabletten, om het geboorteproces verder op gang te brengen. Na ongeveer een uurtje kreeg ik al weeën en kwam de bevalling op gang. Toen is ze rond 13 uur geboren, dus in één ochtend.’

Pijn
‘Ik had niet verwacht echt pijnlijke weeën te krijgen omdat ze nog zo klein was. Toch was dat geboorteproces ergens ook goed. Het voelde voor mij een beetje alsof dat het laatste was wat ik nog voor haar kon doen, omdat we haar daarna toch nog even bij ons konden hebben en we haar onze liefde konden geven.’ Oleg knikt stil. Willemiek: ‘Ik wist dat ze waarschijnlijk tijdens de geboorte zou overlijden, of vlak ervoor, dat konden de artsen niet goed zeggen. Maar ik weet nog exact het moment van haar geboorte. Ik voelde het toen ze eruit kwam en vervolgens was het helemaal stil. Toen heb ik hard moeten huilen.’
Willemiek: ‘De verloskundige en de arts waren beide bij de bevalling en hadden gevraagd wat we wilden, of we ons dochtertje wilden zien. In tegenstelling tot vroeger bij eerdere generaties werden wij gestimuleerd om het wel te zien, ze zeiden dat dat vaak toch wel beter is voor het proces daarna. We hadden afgesproken dat zij ons dochtertje eerst zouden zien en aanpakken en dan voor ons zouden beschrijven hoe ze eruit zag. Toen ze haar voor ons beschreven hadden wilde ik Lucie – want zo heet ze – wel heel graag zien.’

Een echt kindje
‘Toen we haar zagen, zagen we een echt kindje. Piepklein natuurlijk, en ze had een andere kleur, maar alles was er, vingertjes, teentjes, volgens mij zelfs nageltjes. Ik was zo trots op haar en het voelde echt alsof ik moeder was geworden. We hadden van te voren een dekentje uitgezocht in het ziekenhuis, daar hebben we haar toen in vastgehouden en bekeken. Ze was echt heel erg klein.’
Oleg: ‘Ik vond het wel moeilijk, ik wist niet zeker of ik haar wel wilde zien. Het deed allemaal zoveel pijn. Ik vond het best ingewikkeld.’ Willemiek: ‘Ja dat was het ook en ik weet hoe moeilijk dat voor je was. We hebben uiteindelijk ook haar ruggetje nog bekeken.’ ‘Ja’ vertelt Oleg, ‘dat was ook wel heel moeilijk. Ik wilde dat eerst ook niet. Ergens was ik toch bang dat het ruggetje gewoon normaal zou zijn en we de verkeerde beslissing hadden genomen door haar geboren te laten worden, maar toen we het zagen wisten we wel; ja ze was echt niet gezond.’ Willemiek: ‘Daarna hebben we alleen nog de mooie dingen van haar bekeken en Stichting Still kwam nog foto’s maken. Daar was ik achteraf zo blij mee.’ Voor Oleg lag dat wat ingewikkelder: ‘Ik wist wel dat ze er wat moois van zouden maken en ik begreep de waarde wel, maar op dat moment deed het eigenlijk teveel pijn. Op dit moment – het is twee jaar later – heb ik ze nog niet bekeken. Maar later wil ik er wel de tijd voor nemen om mijn dochtertje nog te bekijken. Ik denk dat het dan meer waarde voor me heeft.’ Willemiek: ‘Ja we gaan daar beide anders mee om en dat mag, we geven elkaar daar ook de ruimte in. Ik heb bijvoorbeeld een foto van haar voetjes op mijn nachtkastje staan.’

Het is toch je kindje
Willemiek: ‘Wij wilden dit interview heel graag doen omdat we het belangrijk vinden om meer begrip en kennis te verspreiden. Ik denk dat mensen ons ook echt een gezond kindje gunden en daarom bijvoorbeeld zeiden dat het wel goed zou komen met ons. Dat was fijn, alleen aan de andere kant was het soms pijnlijk omdat we wel net een kindje waren verloren. Ik vind het belangrijk om mee te geven dat mensen het verdriet van de ouders niet weg hoeven te maken, er gewoon zijn en luisteren is genoeg. Ik heb gemerkt dat ik juist graag over Lucie praat. Om die reden delen we ook ons verhaal. En daarnaast om uit te leggen dat een baby’tje altijd je kindje is. Of je nu drie, zestien, twintig of veertig weken zwanger bent. Vanaf het begin, met die positieve test in handen, is het je kindje. In elk geval, zo heb ik het ervaren.’
Dit interview was een verkorte versie. Het volledige interview lees je via de gratis pdf versie op de website van RTV Hattem.

Het verhaal van Liesbeth is hier te lezen.

Noot redactie: de achternamen zijn bij de redactie bekend.

Laat een reactie achter

Plaats alstublieft uw reactie
Vul je naam in