‘Het is een uitdaging om het museum in een veranderende samenleving uitdagend en verrassend te houden’, aldus Ruurd Jan Roorda, voorzitter van de Stichting Voerman Stadsmuseum tijdens de goedbezochte nieuwjaarsreceptie in het museum. Samen met directeur Bertjan Schrader benoemde hij hoogtepunten uit het afgelopen en komende jaar.
Acht exposities
Directeur Bertjan Schrader opende de bijeenkomst en memoreerde de acht – ‘best veel voor zo’n klein museum’ – exposities waaraan het museum onderdak bood in 2023. Hoogtepunten waren de exposities van werk van Dick Bouw, Jan Bakker en Daniel Douglas, niet alleen qua bezoekersaantallen, maar ook als het gaat om de verraste reacties van bezoekers. Met name de laatste tentoonstelling trok veel belangstelling, onder meer dankzij de inzet van oude en nieuwe media.
Museumkaart blijft welkom
‘Een ander hoogtepunt is de hernieuwde certificering voor het museumregister. ‘Daar is veel werk voor verzet, maar het betekent wel dat we ook in de toekomst bezoekers welkom kunnen heten met de museumkaart’, aldus Bertjan Schrader, die er aan toevoegde dankbaar te zijn voor de inzet van de vrijwilligers die dit mogelijk maakten.
Relevant blijven
Bestuursvoorzitter Ruurd Jan Roorda blikte vooruit: ‘De drie pijlers van de museumcollectie zijn de archeologische vondsten, het verhaal van de stad Hattem en de vaste collectie van kunstenaars als Voerman. Maar het is een uitdaging om bezoekers elke keer wat nieuws te bieden en om relevant te blijven in deze tijd.’ Voor dit jaar kondigde Roorda exposities aan van werk van Voerman senior en landschapsschilder Jan Hillebrand Wijsmuller. De jeugd van de Hattemse basisscholen kan voor de zomer een evenement verwachten rond het 75-jarig jubileum.
11.000 bezoekers per jaar
Ook sprak de voorzitter zijn dank uit naar hen die in financiële zin het voortbestaan van het museum mogelijk maken: ‘Met 11.000 museumbezoeken per jaar lukt het ons niet om de eigen broek op te houden. We zijn onze subsidiegevers en de Vrienden van het Voerman Stadsmuseum dan ook dankbaar voor hun bijdragen.’