Op zondag 21 april vindt om 16.00 uur in de Andreaskerk een cantatedienst plaats. In deze viering zingt de Andreascantorij de Bachcantate ‘Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir’ (BWV 131) Cantor-dirigent Herman Weelink en dominee Wim Hortensius van de Protestantse Gemeente bereiden de dienst voor. Hans Havinga stelde ze een paar vragen om duidelijk te krijgen waarom geen enkele Hattemer deze cantatedienst zou mogen missen.
Wat is eigenlijk een cantate?
‘Cantare betekent zingen. En een cantate is een klassiek stuk muziek waar bij een kerkelijke cantate een bijbeltekst in is verwerkt. Zo’n cantate werd vanouds al gebruikt in een kerkdienst. Op 21 april voeren we ‘Aus der Tiefen’ ook uit in een eredienst. Zo komt ie het best tot zijn recht. Als we er een concert van zouden maken in de Marke zou het muziekstuk uit zijn context en ook nog eens buiten zijn omgeving worden uitgevoerd.’
Wat kunnen mensen naast een cantate nog meer verwachten in zo’n dienst?
Hortensius: ‘Het is een ‘gewone’ klassieke kerkdienst met een openingslied en een kyriegebed en andere gebeden. Verder lezen we een stuk uit de bijbel. In een korte uitleg zal ik vertellen wat dat bijbelgedeelte en de cantate voor vandaag kunnen betekenen. Vergelijk het maar met het Festival of Lessons and Carols dat we met kerst doen. Dat is heel andere muziek, maar de bijbelgedeelten, gebeden en de liederen vormen echt een mooie eenheid. Dat kunnen de bezoekers de 21e dus ook verwachten.’
Dat klinkt best zwaarmoedig Wim, ‘Aus der Tiefen, uit de diepten’!
‘Ik wind er geen doekjes om, maar heb gelukkig ook goed nieuws. Bach schreef het stuk rondom psalm 130, die inderdaad opent met die woorden ‘uit de diepten’. En alle eeuwen door hebben mensen hun nood naar God geschreeuwd, tot en met vandaag aan toe. Zet het nieuws maar aan… Dat vind ik ook het mooie aan de psalmen, aan deze psalm: dat onze eigen nood niet wordt ontkend. En tegelijk weeft Bach in deze cantate een ander lied door de nood heen. Een lied van hoop, over de verlossing door Christus. Daar gaat ook de Bijbellezing in de dienst uit Handelingen over.’
Herman, voor welk deel van het kerkelijk jaar schreef Bach dit stuk?
‘De componist heeft het niet speciaal voor een bepaald kerkelijk feest geschreven. Het lijkt misschien een beetje raar om het zo vlak na Pasen uit te voeren, maar uiteindelijk is ook hier Christus die uit de dood is opgestaan het antwoord. En soms komt zo’n licht antwoord het beste tot zijn recht tegen een diepdonkere achtergrond. Dat heeft Bach dus mooi met elkaar verweven…’
‘Bach schreef dit stuk vermoedelijk kort nadat de stad waar hij werkte afgebrand was. Alle reden dus om je ellende uit te zingen. En ook vandaag zijn er behoorlijk wat brandhaarden in de wereld. Maar daar blijft Bach niet in hangen.’
Hoe bereiden jullie zo’n dienst voor?
Weelink: ’Meestal ligt het initiatief bij Wim als het gaat om diensten waar de Andreascantorij aan meewerkt. Wim komt met een tekst of thema en dan kom ik met een voorstel voor liederen. Ditmaal neemt de muziek zo’n grote plaats in dat het initiatief bij mij ligt.’
Hortensius: ’En nu mag ik de rest van de dienst inkleuren. Ik vind dat mooi werk. Je merkt dat die voorbereidingsgesprekken belangrijk zijn. Het is net of de chemie die er in zo’n gesprek is, terug te horen is in de dienst.’
Herman, op welk moment moeten de mensen écht op het puntje van hun stoel gaan zitten tijdens de cantate?
‘Flauw antwoord’ zegt hij glimlachend, ‘maar eigenlijk de hele cantate. Ik zou ze willen adviseren, neem de tekst erbij en luister hoe Bach de woorden versterkt door de klanken. Bijvoorbeeld bij de openingszin ‘Uit de diepten’ hoor je een dalende lijn in de muziek. En als het gaat over het roepen, hoor je hoe Bach de roepstemmen muzikaal op elkaar stapelt. Muzikale tierelantijntjes zijn vooral te beluisteren zodra het over verlossing gaat. Maar goed, als ik dan toch een hoogtepunt moet noemen, is dat het moment dat Wim ook al noemde als de vrouwenstemmen een lied van verlossing door de ellende heen beginnen te zingen. Daar zitten muzikaal gezien zóveel lagen in, geniaal!’
De cantorij wordt begeleid door een orkest en er zijn ook solisten?
‘Zeker, zij repeteren pas op het laatst mee en het zijn geen onbekenden. Bij het Requiem van Campra dat we met dodenherdenking zongen, heeft Hattem al kennis met ze kunnen maken. Dat was een goede klik, want zowel de solisten als de instrumentaliseren hebben weer erg veel zin om met de Andreascantorij samen te werken.’
Wat nu als mensen na deze dienst graag mee willen zingen met de Andreascantorij?
De dominee: ’Het is een geweldig goed koor waar prima mee samen te werken is, en ze hebben natuurlijk een fantastische dirigent die muzikaal gezien er echt uit weet te halen wat erin zit.’ Een inmiddels blozende dirigent vult aan: ’We hebben precies acht leden bij elke stem en eigenlijk zitten we vol. Maar daarmee gooien we de deur niet dicht, want morgen kan bij wijze van spreken de situatie weer anders zijn. We staan ook altijd open voor jonge mensen. Daarom: wie zin heeft om mee te doen en een beetje muzikaal is, moet zich vooral aanmelden.’
Wim, je zingt zelf niet mee. Wat is volgens jou, die een beetje op afstand staat, het aantrekkelijke van de Andreascantorij?
‘Ik zie dat mensen behoefte hebben aan spiritualiteit. De kerken worden steeds leger, maar dat betekent niet dat er geen geloof meer is. Alleen zoeken mensen naar andere manieren om het te uiten. Daar proberen we als Protestantse Gemeente in te voorzien met verschillende soorten kerkdiensten en daar speelt de Andreascantorij een mooie rol in. Je kunt ze vragen voor een requiem, een paaswake, maar ook voor een ‘gewone’ kerkdienst.’ Juist die afwisseling en dat het in de liederen die de cantorij zingt gaat om diepere lagen maakt het zingen in deze cantorij aantrekkelijk. Ik denk dat die veelzijdigheid en het meer-dan-alleen-maar-voor-de-lol-zingen twee belangrijke factoren zijn.’
De dirigent vult aan: ‘En het is ook een heel gezellig koor. Vraag maar aan de leden!’
Wat: Cantatedienst waarin onder meer klinken
J.S. Bach – Aus der Tiefen (BWV 131)
J.P. Sweelick – Psalm 90: Tu a esté Seigneur
Wie, wat, waar
Andreascantorij onder leiding van Herman Weelink
Gijsbert Westland – tenor
Harmen Severiens – bas
Orkest Capella di San Giovanni
Gerrit Hoving – orgel
Wim Hortensius – voorganger
Waar: Grote – of Andreaskerk
Wanneer: zondag 21 april om 16.00 uur
Entree: gratis, een gulle bijdrage in de collecte is welkom