In de stukken bestemmingsplan ’t Veen die zijn voorgelegd aan de gemeenteraad valt te lezen, dat het idee van verlaging bouwlagen, zoals besproken in de vergadering van 31 maart voor een deel is overgenomen. ‘Verlaging van de maximale bouwhoogte van het ruimtelijk accent in het dijkmilieu van tien naar acht lagen en in het zuidoostelijkste deel van het bosmilieu van zes naar vier lagen. Hiermee blijft er flexibiliteit voor gewenste andere woonvormen binnen de prijscategorieën, zonder dat dit ten koste gaat van het beoogde totaal aantal woningen.’
Alle fracties pleitten in maart voor een verlaging van de woonlagen. ChristenUnie: ‘We zijn geen voorstander van een landmark van acht bouwlagen. Wel zijn om te maximeren tot zes bouwlagen, maar ook om dit als minimum te stellen.’
Wethouder Koen Castelein toonde zich die avond ‘niet doof’: ‘Hoogbouw hebben we niet nodig voor exploitatie, wel om de natuur naar binnen te kunnen trekken en omdat andere woonvormen hard nodig zijn. Er liggen stedenbouwkundige kansen. Waar komen we dan met de bouwhoogtes op uit? Ik ben niet doof voor de hoogte van zes die ik veelvuldig heb gehoord.’
Acht lagen
Uit de stukken blijkt dat men nu uitgaat van acht woonlagen in het zogenaamde dijkmilieu. Op eerdere vragen van de PvdA/GL antwoordt de gemeente: ‘In dit plangebied vanuit
stedenbouwkundig perspectief verantwoord kan zijn om op een enkele plek een hoogteaccent toe te staan. De raad is het orgaan dat het bestemmingsplan vaststelt
De feitelijke inpassing van zo’n hoogteaccent wordt bij de planontwikkeling beoordeeld aan de hand van onder meer het nieuwe welstandskader dat tegelijk met het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Daarom wordt het Kwaliteitsteam ingesteld, zodat ook dat
aspect continu bewaakt wordt.’
De toekomst zal leren of het zogenaamde welstandskader kan voorkomen dat er acht bouwlagen gaan ontstaan.