De rechter houdt de vergunning van de uitbreiding van Lelystad Airport in stand. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde woensdag dat de vergunning voor maximaal 10.000 vliegtuigbewegingen op de grond geldig blijft, ondanks het ontbreken van een natuurvergunning. Stichting Red de Veluwe neemt vervolgstappen.
Stichting Red de Veluwe en Stichting Laagvliegen NEE vinden dat de revisievergunning niet had mogen gelden, omdat de natuurvergunning nog ontbreekt. Volgens de rechtbank speelt die kwestie in deze procedure echter geen rol.
‘Het is een teleurstellende uitspraak, maar het is nog lang niet verloren. We gaan ons beroepen op vervolgstappen’, zegt Jaap Kloosterziel van Stichting Red de Veluwe.
De revisievergunning gaat over het afhandelen van maximaal 10.000 vliegtuigbewegingen op de grond. Hiervoor zijn onder meer een nieuwe passagiersterminal en aanpassingen aan de start- en landingsbanen nodig. De stichtingen vrezen dat het aantal vliegbewegingen uiteindelijk groeit naar 45.000. Ze maken zich ook zorgen over geluidsoverlast door ruimere openingstijden.
Andere kansrijkere procedures
Volgens Kloosterziel zijn er genoeg andere procedures waarin hij meer vertrouwen in heeft. ‘Er lopen nog meer procedures waar ik ons veel kansrijker acht. Het is allerbelangrijkste dat Lelystad Airport de natuurvergunning niet krijgt. Schiphol heeft de natuurvergunning ook niet gekregen, laatst na een rechtszaak. Lelystad Airport kan niks zonder vergunning en dat vinden wij het belangrijkste. Geen vliegtuigen boven de Veluwe’, aldus Kloosterziel.
Volgens de rechtbank vallen de effecten van het vliegverkeer onder het Luchthavenbesluit Lelystad. Deze zaak ging daar niet over, zo meldde omroep Gelderland 6 augustus.
Reactie Laagvliegen Nee
De redactie benaderde Steffen Hofstra namens de Stichting Laagvliegen Nee en vroeg om een reactie: ‘De Stichting Laagvliegen Nee is teleurgesteld in het oordeel van de rechter. De Stichting vind het jammer dat de rechtbank meegaat in de zogenaamde salamitactiek van de luchthaven: iedere keer een stapje extra wat niet nodig is. De rechtbank had kunnen besluiten dat de revisie van de vergunning beperkt zou blijven tot het huidige gebruik en niet vooruit zou lopen op mogelijk toekomstig gebruik wat allerminst zeker is.
De rechtbank wijst erop dat de door de luchthaven aangevraagde aanpassing op de bestaande milieuvergunning enkel gaat over de zogenaamde grondgebonden activiteiten. Deze activiteiten zijn nodig, zo vindt de luchthaven, om voorbereid te zijn op de opening van de luchthaven voor vakantievluchten. En juist daarover is politieke geen meerderheid in de Tweede Kamer en er is in de verste verte nog geen benodigde natuurvergunning. De vergunde activiteiten (waar de rechtszaak over ging) gaan dus over mogelijk nieuwe activiteiten in de toekomst. Voorbarig en onnodig, zo vindt de Stichting. Voor het huidige gebruik is dat allemaal niet nodig en hadden we geen procedure gestart.
De rechtbank constateert tevens dat een beroep op de Wabo (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) niet het juiste loket is. De (toekomstige) vliegbewegingen worden geregeld in het (nieuwe) Luchthavenbesluit. En die moet in overeenstemming zijn met de omvang van de nog te verlenen natuurvergunning. De Stichting gaat daar uiteraard verder mee.’
