In 2018 woonde 17,4 procent van de bevolking alleen, in 2008 was dat nog 15,7 procent. In de meeste leeftijdsgroepen nam het aandeel alleenstaanden toe. Zeventigers en tachtigers wonen juist minder vaak alleen dan tien jaar terug. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Cijfers voor Hattem
Volgens het CBS woonden in 2018 11,7% van de Hattemers alleen en was dit percentage in 2008 10,5%. Hoewel Hattem met deze cijfers onder het landelijk gemiddelde ligt, is ook hier de trend waarneembaar dat het aantal alleenwonenden stijgt.
Meer ouderen
Landelijk gezien zijn er door de vergrijzing van de bevolking in absolute zin wel meer oudere alleenwonenden bij gekomen. In 2018 waren er 134 duizend meer alleenstaande 70-plussers dan in 2008. Doordat mensen langer leven is echter ook de leeftijd gestegen waarop mensen alleen achterblijven na het overlijden van hun partner. Bovendien verhuizen mensen tegenwoordig minder vaak en op hogere leeftijd naar een zorginstelling (waar ze niet als alleenwonend tellen). Het percentage alleenwonende zeventigers en tachtigers daalde daarom wel, van 37 procent in 2008 naar 33 procent in 2018.
In de hoogste leeftijdsgroep wonen mensen juist vaker alleen dan tien jaar terug, omdat het minder gebruikelijk is om naar een zorginstelling te verhuizen. Het gaat hier om een kleine groep.
Volgens het CBS wonen tieners minder vaak zelfstandig en komen de meeste alleenwonenden voor in de studentensteden.