Jacob van Emst boert anders: ‘de bodem krijgt het eerste woord’

Jacob van Emst en Klaas de Lange werken samen in extensiveringsproject Aardrijk in bedrijf: ‘Niet alleen de focus op stikstofreductie. De bodem krijgt het eerste woord.’

 Twee melkveehouders, één gedeelde missie: boeren met minder stikstof en meer bodemgevoel. Jacob van Emst uit Hattem en Klaas de Lange in Nederland (Overijssel) slaan de handen ineen in het vierjarige extensiveringsproject dat zij Aardrijk in Bedrijf hebben genoemd.

De samenwerking komt voort uit deelname aan de subsidieregeling Extensiveren bij kwetsbare natuur. Voorwaarden zijn het verminderen van stikstofgift uit dierlijke mest, geen kunstmest meer en de koe in de wei.

De melkveehouders delen dezelfde intrinsieke motivatie. Van Emst: ‘Wij focussen niet alleen op stikstofreductie. Wij gaan onze bodems in ere herstellen. Een gezonde bodem hoort de basis te zijn van elk bedrijf. Vandaar de naam Aardrijk in bedrijf.’

Bodem verbeteren

De twee melkveebedrijven beslaan een totale oppervlakte van ruim dertienhonderd hectare. De Lange is biologisch melkveehouder en heeft daarnaast zuivelfabriek Weerribben Zuivel. Geen kunstmest en koeien in de wei zijn voor hem al lang vanzelfsprekend. De uitdaging ligt nu in het beperken van de stikstofgift tot honderd kilo per hectare, zonder in te leveren op grasgroei. Compost zal daarbij dienen als natuurlijke bodemverbeteraar.
De Lange: ‘Wij hebben hondervijftig melkkoeien verplaatst naar nieuwe locatie om N-druk op omgeving te verlagen. Wij werken aan bodemverbetering en hopen collega’s te inspireren.’
Van Emst runt een gangbaar, grondgebonden melkveebedrijf met oog voor natuurbeheer en weidevogels. Voor hem betekent het project een flinke omslag. De stikstofgift moet dalen tot hondervijftig kg/ha uit dierlijke mest en geen kunstmest meer. Van Emst liet dit voorjaar de meeste gronden bemonsteren om de samenstelling en mineralenhuishouding te beoordelen. Gefermenteerde bokashi wordt als bodemverbeteraar ingezet. Momenteel staat het gras er goed bij. De kleur en groei is boven verwachting. De melkkoeien lopen na elf jaar voor het eerst weer in de wei: ‘Een prachtig moment.’
Van Emst: ‘De bodem laten afkicken van kunstmest en de koeien gaan weiden vind ik de meest spannende uitdagingen.’

Inspireren

Beide melkveehouders werken vanuit een fundament op bedrijfsniveau: het aantal koeien en hectares is in balans. De verdiepende stappen die zij dankzij de subsidie gaan maken zijn met name de in -en output in evenwicht te brengen. Van Emst: ‘Bij de subsidieaanvraag ben ik echt aan het denken gezet. Wat is er nodig om de overgang naar minder stikstof zo soepel mogelijk te laten verlopen? Over stoppen met kunstmest en koeien in de wei heb ik met Klaas kunnen sparren. Dat is het voordeel om gezamenlijk zo’n project aan te gaan. Klaas bevraagt mij over bokashi. Zo inspireren wij elkaar.’
Bokashi inspireert op haar beurt de bodem. Dankzij dit gefermenteerde maaigoed krijgt de pendelworm haar habitat in de bodem terug. Het diertje maakt gangen, dat brengt lucht en laat de bodem weer ademen. De aarde wordt veerkrachtig en rijk aan leven. Dat is de échte basis voor groei.

Praktijkkennis en impact

Aardrijk in Bedrijf is een praktijkproject. Niet louter theorie of mooie plannen – maar echte ervaringen van twee boeren die het anders durven doen. Door hun bodem, opbrengsten en (stikstof)verliezen goed te volgen, ontstaat kennis die ook andere melkveehouders vooruit kan helpen. De boeren delen hun inzichten via de website www.aardrijkinbedrijf.nl. ‘Daar groeit straks een schat aan data, verhalen en lessen bedoelt om collega’s, beleidsmakers en burgers te laten zien dat deze landbouw wérkt en toekomstbestendig is. Want de toekomst is vandaag begonnen en die begint, wat de twee melkveehouders betreft, onder onze voeten.’

Laat een reactie achter

Plaats alstublieft uw reactie
Vul je naam in